205 De tweede onderstelling was diewaarin de versterkte steden slechts zwakke garnizoenen zouden hebben ontvangen, en de verschanste kampen niet bezet en de levées en masse niet bewerkstelligd zouden zijn geworden. //De beste partij, die men dan konde kiezen," zegt het bedoelde bescheid, //is buiten kijf, al de legers op Parijs te doen aanrukkenzoo een dezer legers een nederlaag leedzouden de an dere hun bewegingen moeten voortzetten en, zoo mogelijk, zelfs ver snellen. De verbondene legers zullen zich verdeelen in twee groote massa's; zij zullen aan den eenen kant, deboucheeren uit België, en aan den anderen, langs den Midden- en Boven-Rijn, om zich vervol gens tot de Marne en de Aisne te begeven." Het is niet van belang ontbloot, dit gevoelen van de krijgsover sten der bondgenooten omtrent het nut der vestingen in het noor den en oosten van Frankrijk te vergelijken met de uitspraak van keizer Napoleon I in zijn Mémoires. //Vauban", zegt hij, //heeft nooit beweerd, dat alleen deze vestin gen de grens konden vormen; hij heeft gewild, dat deze aldus ver sterkte grens bescherming zou verleenen aan een zwakkere armee tegen een sterkere, dat zij haar een gunstiger operatie-veld zou ge ven om zich staande te houden en den vijand te verhinderen voort te dringen, en gelegenheden om hem met voordeel aan te vallen; eindelijk, de middelen tot tijdwinning om hulptroepen in staat te stellen zich met hun wapenbroeders te vereenigen. //In 1793, tijdens het verraad van Dumouriez, redden de Vlaam- sche vestingen op nieuw Parijs; de bondgenooten verloren een veld tocht met het nemen van Condé, Valenchijn, Quesnoy en Landre- ciesdeze linie van vestingen was eveneens nuttig in 1814; de ver bondenen, die het Zwitsersche grondgebied schonden, waagden zich in de bergpassen van den Jura om de vestingen te vermijden; en zelfstoen zij ze omtrokkenmoesten zij, om ze te blokkeeren, zich verzwakken met een getal manschappengrooter dan dat van de ge zamenlijke garnizoenen. Toen Napoleon de Marne overtrok en in den rug van den vijand manoeuvreerde, zouden, zoo het verraad niet de poorten van Parijs geopend had de vestingen van die grens een Vóór tal van jaren heb ik een opstel in de Revue de Paris over Mar- mont gelezen, waarin beweerd werd, dat de Keizer op St. Helena niet altijd even ongunstig over de houding van dien maarschalk oordeeldegelijk ook bleek uit de gezindheid van zijn zoon, den Hertog van Reichstadt. K.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 208