214
weven stoffen en grondstoffen te bezittenzooals houthennep, ijzer,
kolen, leder, katoen, wol, enz.
Het is duidelijk, dat de kleine landen, gelijk België, Nederland,
Denemarken, Zwitserland en Portugal, niet op dezelfde wijze als de
staten van den eersten rang versterkt moeten worden.
Het algemeene beginsel, hierboven ontvouwd, zal dus voor die lan
den gewijzigd worden als volgt
Onder de vestingen in de eerste linie zal er niet aan elke aanval-
bare grens een depot-plaats zijn, daar de kleine staten niet verplicht
zijn zich voor den aanvallenden oorlog in te richten, en, als zij hem
bij uitzondering moeten voerenhet materieel en den voorraad voor
hun leger kunnen trekken uit de centrale spil of elke andere vesting
van het binnenland.
Evenmin zal voor elke aanvalbare grens een vesting met verschanste
legerplaats in de tweede linie noodig zijn, daar de afstand tusschen
de grens en het middenpunt van het land te gering is om het be
staan van zulk een vesting te rechtvaardigen en de hulpbronnen in
manschappen en materieel ongenoegzaam zijn om haar verdediging te
verzekeren.
Het is dan voldoende omstreeks het midden van het land een en
kele groote verschanste stelling te scheppen, die in alle eventualiteiten
als strategisch spil kan dienen, welke ook de aangevallen grens zij.
Het nieuwe verdedigingsstelsel van België is in overeenstemming
met dit beginsel. Het bestaat uit twee vestingen aan de MaasNa
men en Luik, en twee vestingen aan de ScheldeDendermonde en
Antwerpen. Deze laatste vormt de centrale spil der verdediging.
Om haar te voltooien, de insluiting onmogelijk te maken en haar
werking uit te strekkeu tot in het hart van het land zal het noodig
zijn, de bruggen van de Nethe en de Rupel in blijvenden staat van
tegenweer te brengen.
De vesting Dietz, waarvan de opbouw in 1836 besloten is gewor
den (in het vooruitzicht van een nieuwen inval van het Hollandsche
leger), heeft tegenwoordig slechts een ondergeschikt belang. Zoo zij
niet bestondzou niemand er aan denken haar in het aanzijn te
roepen.
De overste Van de Velde [Tactique appliquce au terrainTome II,
p. 331) beweert, dat wij hebben voorgesteld Luik te omringen met
een verschanste legerplaats, die dienen kan voor eene armee van
80,000 man.