onlusten ouder de soldaten, zoo dat nu eens de Sepoys werden gebezigd om de Europeanendan weder dezen om genen in be dwang te houden. Lord Cornwallis maakte door het instellen eener geregelde betaling en het handhaven eener strenge krijgstucht een einde aan al deze ongeregeldheden en liet bij zijn vertrek een goed georganiseerd leger achter. Onder ziju opvolger, den markies van Welleslev, werd het Ben- gaalsche leger op 56 bataillons gebracht, terwijl de legers der presi dentschappen Bombay en Madras in evenredigheid werden versterkt. Door de verovering van Delhi, het onttrooneu van den Peïshwa, het ten onder brengen der Mahratten, den oorlog met Birmah, de espeditie naar Kaboel en de twee oorlogen in den Punjaub, welke gebeurtenissen onder de opvolgers van Wellesley hadden plaats ge grepen, waren de strijdkrachten der Compagnie door aanhoudende aan vulling aanzienlijk toegenomen, en bestonden zij bij het uitbreken van den opstand in 1857 uit: Regimenten kavallerie Koninkl. leger.2 2 1 3 Bataillons infanterie id. id. 15 3 18 Europeesche infant, d. Comp. 3 3 3 9 n en Inl, artillerie 12 7 5 24 geregelde inl. infanterie.. 74 52 29 155 Regimenten geregelde Inl. kavallerie.. 10 8 3 21 De Europeesche bataillons, die 1000 man sterk moesten zijn,wa- ren echter bij het begin van den opstand op verre na niet voltallig. De bataillons Sepoys van het Bengaalsche leger telden 1000 man en de legers van Madras en Bombay 800 a 900 man. De regimenten kavallerie bestonden, zoo in het Koninklijke als Inlaudsche leger, uit 600 sabels. De artilleriegeheel in dienst bij de Oost-Indische compagniewas grootendeels uit Europeanen samengesteldslechts enkele batterijen waren met Inlanders bemand. De geheele legermacht bestond in ronde cijfers uit 220,000 man inlandsche en 45,000 man Europeesche troepen. Wij zullen ons in den vervolge alleen met het Bengaalsche leger bezig houdendaar dat het eenige ishetwelk het volle gewicht van den opstand in 1857 te dragen had. 223 Leger Leger Leger van van van Bengalen. Madras. Bombay. Totaal.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 226