227 dwaze vertelsel vond overal gereeden ingang; en men mag veilig aan nemen, dat de invoering van die patronen de druppel wasdie den tot aan den rand gevulden kelk der hartstochten moest doen overloopen. Ook de mohammedanen, hoezeer verschillend in godsdiensthadden door eigenbelang en haat tegen de overheerschers gemeene zaak met de Hindoes gemaakt, zoodat in het gansche leger een soort vrijmet selarij bestond, door werkelijk of vermeende belangen tot eenzelfde doel verbonden. Gedurende dezen tijd van gisting heerschte de meest geweuschte krijgstucht onder de Sepoys, die, terwijl zij den chefs hunne vrees voor eene verkrachting hunner godsdienstige begrippen mededeelden, tevens de gedachte aan de mogelijkheid zelfs van een opstand verre van zich wierpen. Hierdoor werden de Eugelsche officieren in slaap gewiegddoch de inboorlingen zagen de toekomst beter inen in de eerste maanden van 1857 begon de handel te verslappen, terwijl de vermogenden, bankiers en kooplieden hunne schatten en diamanten aan den schoot der aarde toevertrouwden. De eerste daden van weerspannigheid, die onder de Sepoys plaats grepenvonden haar oorzaak in de invoering der Enfield-patroneu. Op de schietterreinen van Dum Dum, Meerut en Sealkote zou aan de manschappen het eerst onderricht in het gebruik dezer patronen gegeven wordendoch de manschappen maakten zoovele bezwarendat de kommandant er keunis van gaf aan den secretaris van Oorlog, hetgeen eene wijziging in de exercitie ten gevolge had, waardoor zij niet meer verplicht waren de patronen aan den mond te brengen, Doch dit vermocht niet de gemoederen te bevredigen. Op den 24en Eebruari weigerden de soldaten van het 19® regiment, te Berhampore in garnizoen, de patronen te ontvangen, waarop de kolonel-kommandantdie geen enkele Europeesche soldaat onder zijne bevelen had, ze weder liet inuemen, hetgeen eene tijdelijke herstelling der rust ten gevolge had. Te Barrackpore had omstreeks de helft der maand Maart het na volgende treurige voorval plaats. Een Sepoy van het 34e regimeut, Mongol Pandy genaamd, hitste op zekeren morgen zijne kameraden tot den opstand aan en doodde den adjudant van het regiment, zonder dat de Inlandsche officier en de naastbijzijnde wacht ter hulp toesnelden. Mongol Pandy en de Inlandsche officier werden door den krijgsraad ter dood veroordeeldi doch men beging de fout, het 34e regiment af te danken, waardoor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 230