228 de Sepoysnaar hunne haardsteden teruggekeerdin de gelegenheid waren, hot zaad van den opstand onder de bevolking rond te strooien. Te Meerut werden in de eerste dagen van Mei wederom patronen uitgedeeld aan 90 manschappen van het 3e regiment kavalleriedaar voor uit de verschillende eskadrons getrokkenslechts vijf hunner namen de patronen aan en de overigenwegens hunne weigering voor den krijgsraad gebracht, werden tot vijf jaren kettingstraf ver oordeeld, welk vonnis zonder tegenkanting onder de diepste stilte werd voltrokken. Ook dit onweder scheen weder te zijn voorbijgetrokken, en de kolonel kou met eenigeu grond van waarheid rapporteeren dat de gemoederen weder bedaard waren. Den volgenden dag, Zondag 10 Mei, werd deze verzekering evenwel op de vreeselijkste wijze gelogenstraft. Terwijl de Euro- peesche bevolking zich naar de kerk begaf, brak de opstand onder de Sepoys uit. De officieren, die toesnelden om de orde te her stellen, worden zonder genade neergesabeld; de oproerlingen begaven zich daarna naar de gevangenis, die ongelukkigerwijze door Sepoys bewaakt werd, zoodat zij geen tegenstand ondervonden, en verlosten hunne veroordeelde makkers benevens een duizendtal misdadigers van de ergste soort uit hun gevangenschap. Ook het 20e regiment had de vaan des opstands ontrolddoch het lle regiment weifelde nog. Door het 20e overstelpt, sloeg ech ter ook dit aan het muiten en losten zijne soldaten hunne geweren op den staf, waardoor hun kolonel doodelijk gewond nedervalt. Nu is elke breidel verbroken en de stad gedurende eenige uren aan moord en plundering ten prooi. Door de zwakheid van een oud generaal, doch bovenal door de uitgestrektheid van de vestiging, ongeveer vijf mijl in omtrek, en de algeheele afscheiding der Europeesche van de inlandsche troepen, duurde het geruimen'tijd, voor dat de tijding van den opstand het hoofdkwartier had bereikt, en was het reeds avond geworden, alvorens de Koninklijke troepen op het exercitieveld onder de wapens stonden. Na de verdediging der kassen en kazernen verzekerd te hebben trok generaal Hewitt de opstandelingen te gemoet; doch deze waren reeds met de meeste snelheid naar Delhi vertrokkenen daar de duisternis belette veel van belang uit te richtenbeval Hewitt zijnen verontwaardigden soldaten, hunne kantonnementen weder te betrekken, en telegrafeerde hij alleen het gebeurde naar Delhi.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 231