raadde zijnen officieren aan te vluchten, ten einde erger lot te
ontgaan. De officieren en de verschillende familiën trachtten nu in
allerijl zich door de vlucht te redden; doch velen vielen in handen
der insurgeuten en werden afgemaakt, terwijl anderen daarentegen
geruimen tijd eene liefderijke verzorging vonden in de hindoesche
gehuchten.
Gelukkig was de tijding van de ramp reeds naar de autoriteiten
in de Punjaub overgeseind, toen de telegrafist door de rebellen
werd vermoord, zoodat men aldaar tot beteugeling der onlusten de
noodige maatregelen kon treilen.
Ook te Calcutta was men met den stand van zaken bekend,
doch de kommandant van het Indische legergeneraal Ansonbevond
zich te Simla, in het midden van het Himalaya-gebergte.
Zoodra had deze echter niet de tijding van den opstand vernomen,
of hij nam oogenblikkelijk de krachtigste maatregelen. Onmiddellijk
werden de drie regimenten Europeesche troepenin garnizoen in de
sanitaria van het Himalaya-gebergte, naar de vlakten gedirigeerd,
terwijl een regiment Goerka's naar Philoer gezonden werd om een
belegerings-trein te escorteeren.
Het was geene gemakkelijke taak, in het heete jaargetijde te
velde te trekken te Amballahhet eerste vereenigingspunt der troepen,
brak de cholera op vreeselijke wijze uit. Dit was evenwel slechts
een reden te meer, om met spoed op Delhi aan te rukken.
De radjah van Pattyalah kwam de intendance der Eogelschen op
uitstekende wijze te hulp in geld, kameelen, olifanten en karrenen
stelde de legermacht in staat, den 17en Mei Amballah te verlaten.
De houding van dezen vorst, uit een oud geslacht der Sikhs ge
sproten en het hoofd van een der machtigste van de met Eugeland ver
bonden staten, oefende een gunstigen invloed uit op de omliggende
rijken.
Den HH™ bereikten de troepen Kurnaul, het tweede vereenigings
punt, alwaar generaal Anson aan een aanval van cholera bezweek. De
generaal-majoor Sir H. Barnard volgde hem op en bracht zijne krijgs
plannen ten uitvoer, waarvan het voorname doel was, den oorlog onder
de muren van Delhi te brengen.
De macht, waarover deze veldheer te^beschikken had, bestond uit
2 bereden batterijen, het 9c regiment koninklijke lanciersdrie regi
menten Europeesche infanterie en drie inlandsche regimentenwaarop
evenwel niet te rekenen viel. Hierbij komt nog de brigade van Meerut,
230