20
werping al de auwer-auwer (bamboe doerie) om Bondjol omver gekapt
en de borstweringen en verdere sterkten geslecht en verlaten werden.
Om de onderhandelingen, die nu door den luitenant Pilat en de
hoofden van Djamba en Kotta onder leiding van den bevelhebber met
Toewankoe Iman waren aangevangen, met meer vertrouwen te kunnen
doen plaats vinden werd al dadelijk tot een wapenstilstand overgegaan.
Het hierop gedaan verzoek van den Toewankoe Imanom drie
dagen uitstelwerd echter van de hand gewezenen hem daarentegen
aangezegd dat, wanneer den volgenden middag de versterkingen op
den bergrug niet geslecht en de auwer-auwer niet omgekapt waren,
de vijandelijkheden onmiddellijk zouden hervat worden.
Den llea begon men metterdaad het kappen in de bamboe doerie
op te merkendoch daar dit slechts zeer langzaam ging en men op
die wijze zeker niet op den bepaalden tijd voldoende gevorderd we
zen kan, deed de Generaal den Iman in den loop van den dag tot
meerdere bespoediging van het werk aanmanenen hem tevens uitnoo-
digenin persoon zijne onderwerping te komen aanbieden.
Des avonds werden deze aanmaningen nog eens herhaaldmet be-
kendstellingdat bij niet nakoming daarvanen[zonder verdere hande
lingen af te wachtenden volgenden avond het vuur weder zou ge
opend worden.
Den 12ea werd het echter duidelijk, dat Imans voorstel tot onder
werping slechts geveinsd geweest was en geen ander doel gehad had
dan tijd te winnenom zijne versterkingen van binnen eenigszins te
herstellen en zich achter de bressen zoo goed mogelijk in staat
van verdediging te kunnen stellen. Het omkappen van de bamboe
hield dien dag geheel open toen des middagsinstede van aan het
gestelde ultimatum gevolg te gevenweder twee gewone zendelingen
kwamen om op nieuw uitstel te vragenzond de Generaal deze dan
ook zonder antwoord terug, en deed hij ten zes uur 's avonds het
vuur uit alle batterijen hervatten.
Van de plaats gehad hebbende wapenstilstand was intusschen ge
bruik gemaakt om 's vijands stellingen d d nog eens goed te ver
kennen.
Het nemen toch van de vijandelijke berglinie was, met den overste
Bauer beginnende steeds aan alle chefs voorgekomen als eene zaak van
het hoogste belang voor de operatiën tegen Bondjolen hoewel reeds
verscheidene plannen daarvoor waren opgemaakt gewordenhad de