237 de provincie ineer en meer onder zijne macht te houden. Terecht inziende dat Dehli het hoofdpunt was, rondom 't welk de oorlog moest geconcentreerd worden, trachtte hij door het toezenden van krijgsvolk aan de belegeraars den val van die stad te verhaasten. Het regiment guides van de ongeregelde Punjaubsche troepen werd al dadelijk naar die plaats gezonden, een aantal regimenten Sikhs en een eskadron Europeesche dragonders opgerichtterwijl het arsenaal te Philoer aan het leger voor Dehli een ontzaggelijken belegeringstrein leverde. De mobiele kolonne onder Chamberlain bleef mede niet werkeloos; ongeregeldheden onder de Sepoys te Amritsir werden met gestreng heid onderdrukt, en het te Jullundur opgestane 6e, 36® en 61e regi ment met kracht door zijn vervanger Nicholson achtervolgd. Daar het beleg van Dehli steeds eene grootere ontwikkeling van strijdkrachten noodzakelijk maakte en aldaar de aanwezigheid der mobile kolonne dus zeer gewenscht was, besloot Sir John Lawrence, alvorens dat korps daarheen te zenden, eerst de overige regimenten Sepoys te ontwapenenten einde alle gevaar voor een militairen op stand te voorkomen. Te Bawal Pindi en Amritsir geschiedde dit zonder tegenstanddoch te Jheluin verzette het 14® regiment zich met de wapens in de hand tegen dien maatregel en kwam het tot een bloedig gevechtwaarbij de Sepoys, uit hunne kantonnementen verdreven, een schuilplaats in Kashmir zochten, doch, door den Maharadja Guleb Singh uitge leverd, door de Engelschen werden ter dood gebracht. Te Sealkote vermoordden het 46e regiment infanterie en een gedeelte van het 9® regiment geregelde kavallerie hunne officieren en togen naar de opstandelingen te Dehli. Nicholson, hiervan verwittigd, ach terhaalde hen bij Trimmoe Ghat, waar hunne geheele kolonne om zoo te zeggen in de pan werd gehakt. Na dit wapenfeit werd de mobiele kolonne naar Dehli gezonden, en behield Sir John Lawrence slechts 4000 man om het hem toe vertrouwde uitgestrekte gebied en 10,000 ontwapende Sepoys in bedwang te houden. De rust zou echter in den Punjaub niet ongestoord blijven. Den 30en Juli verliet het ontwapende 26° regimentna den majoor- kommandant en een sergeant-majoor vermoord te hebben, zijne kantonnementen te Mian Mir. Door den magistraat van het distrikt M. Cooper verslagenvluchtten zij naar een klein eilandje in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 240