250
de voorstad Kissengunge stootte zij op een ontzaggelijke massa Se
poys; en hoezeer de Goerka's in het eerst een vrij hevigen tegen
stand boden, trokken zij, na het kwetsen van hun beminden aan
voerder, den majoor Beed, in wanorde terug.
Het gevaar was zeer grootde Sepoys toch trachtten bij de ver
volging der Engelschen hun den terugtocht naar het kamp af te
snijden. Te vergeefs poogde de generaal Chamberlain, die van zijn
ziekbed was opgestaande vluchtelingen tegen te houdendoch niets
baatteen het scheen dat alles weder verloren wastoen eensklaps de
majoor Tombs met zijne artillerie, de brigadier Grant met de ko
ninklijke lansiers en Hodson aan het hoofd zijner Afghanen met snel
heid op het tooneel van den strijd verschenen en de achterflank
der aanvals-kolonnes beveiligden. De Sepoys waren wel is waar te
gengehouden doch niet overwonneneerst tegen den avond gelukte
het aan eenige kompagniën voetvolk, hen in de stad terug te drin-
gen.
De verliezen der Engelschen waren ontzettendmen telde niet min
der dan 67 officieren en 1104 minderen aan dooden en gewonden
ongeveer een vierde gedeelte der tot den aanval gebruikte troepen-
maeht en nog was slechts het Europeesche kwartier in handen
der Engelschen. De Sepoys hielden nog steeds het paleis, het fort
Selimghur en minstens drie-vierde gedeelte der stad bezet. Door
hunne numerieke meerderheid konden zij zonder moeite een aan
val op de Europeesche wijk doen; een aanval, des t'e gemakkelijker
door den staat van bandeloosheid, waarin de Engelsehe troepen,
door drank en plundering verhit, waren vervallen.
De toestand was zoodanig dat, gelijk men beweert, generaal Wil
son er een oogenblik aan gedacht heeft om de stad te ontruimen;
een denkbeeld, dat gelukkigerwijze niet tot uitvoering kwam. De
Engelsehe troepen kregen bevel om op de veroverde stellingen te
bivakkeeren.
Den 15en hield men zich onledig met de orde onder de soldaten te
herstellen en den 16en werden de vijandelijkheden hervat.
Het arsenaal, met een belangrijken voorraad munitie en 200 stuk
ken geschut, viel spoedig in de handen der aanvallers, terwijl de
Sepoys de voorsteden van Kissengunge ontruimden en den volgen
den dag de bank weder in bezit werd genomen. Eene zoneklips ver
ergerde nog de paniek, welke onder de Sepoys heerschte, terwijl
zij bij gro°le scharen de stad uittrokken; slechts eenige duizenden