werden de noodige bevelen uitgevaardigd oen de westelijke stellingen
in een voldoenden staat van verdediging te brengen.
Deze maatregel werd spoedig te meer noodig toen de vijand eenigszins
van den schrik bekwam, en, naar het scheen ookj toen eerst onze ware
bedoeling inziendezich op de overige posten te zamen trok en een
zoo hevig vuur op ons richtte dat het duidelijk bleek hij alles wilde
aanwenden om ons uit de genomen stellingen weder te verdrijven. De
majoor üe Sturler, die zich met het grootste gedeelte der drie kom-
pagniën in de westelijke sterkte bevondhad dan ook weldra een
twintigtal dooden en gekwetsten. De kapitein Van der Hart, die de
oostelijke stelling bezet hield, had zich met de meesten zijner man
schappen en hulptroepen in de helling van den berg gelegerd ten
einde zich op deze wijze zooveel mogelijk aan het moorddadig vuur
des vijands te onttrekken en van daar den luitenant Baudouin met
25 man gedetacheerd om, iets rechts van onze positie f, te maken
dat de vijand die daar eene sterke stelling in het bosch had niet
in het ravijn afdaaldeom ons langs dien weg ongemerkt in den rug
te vallen.
De teweeg gebrachte schrik scheen zich echter ook tot daar uit ge
strekt te hebben, want zoodra onze troepen naderdenwerd de positie
verlaten en even spoedig door den luitenant Baudouin bezet.
Gelegen aan het uiteinde van het ravijnop een uitstekenden hoek,
en zeer sterk zijnde, was dit punt ons van veel voordeel, te meer,
omdat men van hier uit ook de nabij gelegene kampong Tandikie
domineerde. Om zich zooveel doenlijk voor een onverwachten aanval
des vijands te dekken, deed de kapitein Van der Hart de hulptroepen
het ravijn aan die zijde bezetten, en gelukte het dezen eenige vijanden
te verjagen en een gedeelte der kampong in den brand te steken.
Door de sappeurs was de genomene westelijke stelling door uit
graving en het aanwenden van fascinen spoedig in voldoenden staat
van tegenweer gebrachtaan den noord-kant werd een 3-ponder
in batterij gesteld, tot het beschieten des kampongs Tandikie en
Talang.
Het puntdat door den luitenant Baudouin bezet was, werd nu ook
versterkt en bezet door een detachement uit Padang Boeboeterwijl
de sterkten d d respectivelijk een garnizoen bekwamen van 25 en
15 man; de overige troepen keerden daarna naar hunne kampementen
terug.
Den 14en Augustus werd onze positie/verlaten en geslecht, terwijl