258
en de verrichtingen daarbij van land- en zeemacht. Een der meest
uitgebreide werken over stafdienst van den lateren tijd, b. v. dat
van Lahure//Direction des armées, Notes sur le service des états-
majors en campagne et en temps de paix" leert daarvan betrekkelijk
niet veel. Men vergelijke daarmede eens de werken van Von Boehn
en Bronsart von Schellendorff. Wie hierbij evenwel denkt aan de
moeilijkheid om afzonderlijkeonder verschillende omstandigheden
voor leger en vloot geldende regels te geven en eene juiste afbake
ning te maken tusschen den werkkring die uitsluitend tot het ge
bied der marine en dienwelke tot het terrein van het leger be
hoort, heeft reeds voor een gedeelte de oplossing van het raadsel
gevonden, waarom de kennis van het transportwezen te water in
vele krijgskundige werken in 't geheel niet of slechts zeer sober
wordt behandeld.
Ik sprak hierboven van leger en vloot, omdat later zal blijken
hoe eene goede regeling van het troepenvervoer over zee en trou
wens van alle transporten te water ten behoeve van het leger,
een der faktoren is van goede samenwerking van land- en zeemacht.
Het gebruik van den stoom als beweegkracht heeft ook in het
krijgswezen zijn invloed doen gevoelen en daarbij groote omwente
lingen teweeg gebracht. Het heeft er toe bijgedragen om de ver-
eenigiug van de twee groote deelen onzer levende strijdkrachten
inniger te makenen men ziet daardoor het verschil tusschen de
oorlogen van den nieuweren tijd en die van het begin dezer eeuw.
De expeditiën der Eranschen naar Algiersde KrimItaliëSyrië
China, Cochin-China en Mexico; de veldtochten der Engelschen
tegen Abyssinië en zij het ook op kleiner schaal tegen Komassi,
om eindelijk, in engeren kring gesproken, de Nederlandsch-Indische
expeditiën niet te vergeten, ze geven ons allen voor dit onderwerp
leerrijke voorbeeldenwaaruit kan blijkendat de verrichtingen van
leger en vloot soms zoo in elkander grijpendat het geven van
afzonderlijke, voor land- en zeemacht bruikbare voorschriften vaak
als eene onmogelijkheid moet worden aangemerkt. Wie zou b. v.
in vroegere jaren hebben beweerd, dat de taktiek der marine zich
in sommige omstandigheden zoodanig naar die van de landmacht zou
voegen, dat men de afscheiding er van niet bepaald kan aanduiden?
Dit is ook het geval bij de transporten te water.
Wanneer tegenwoordig over eene transportvloot wordt gesproken,