259 denkt rneu aan stoomschepen. Daarom werd hierboven van overzee- sche expedition als die van de Eranschen naar Egypte onder den generaal Bonaparte en van de Eugelschen naar Noord-Holland, Wal cheren en Java op het einde der vorige en in het begin dezer eeuw gezwegenomdat toen slechts van zeilschepen sprake was. Heeft eene moderne oorlogsmarine deze schepen niet meer in haar bezit, ze maken echter nog het hoofdbestanddeel uit van de koop vaardijvlootwaaruit men ook de vaartuigen voor de transportdienst zocht. Na de Palembangsche expeditiën van 1819 en 1821 en de Balische en Bonische veldtochten van 18461860, is het aantal zeilschepen der transportvloot langzamerhand verminderd. Toch vond men ze nog, hoewel in een gering aantal, bij de transportvaartui gen voor de beide Atjehsche expeditiën in 1873 en 1874, en wel licht was dat niet zoo afkeurenswaardig, omdat ze voor het doel, waarmede de indienststelling en inrichting er van geschiedde, zon der vele bezwaren door stoomschepen naar het oorlogstooneel kon den worden gesleeptzooals dan ook het geval is geweest. Het nadeel er van was echter, dat de snelheid van de slepende stoom- transportschepen aanmerkelijk werd verminderd wat bij den spoed die in 1873 bij het uitrusten der eerste Atjehsche expeditie had voorgezetenin geen geval weg te cijferen is. De ondervinding, opgedaan door de overzeesche expeditiën van ErankrijkEngeland en Nederlandsch-Indiëheeft reeds meer dan voldoende het antwoord gegeven op de vraag of het wenschelijk is, voor transportschepen gebruik te maken van 1® eigenlijke oorlogsvaartuigen; 2® ingehuurde schepen der koopvaardijvloot, met hare stoom- en zeilvaartuigen en de heterogene bestanddeelenwaaruit hare beman ningen in den Indischen archipel bestaanof 3e afzonderlijk bestaande transportvaartuigen. In den Indischen archipel wordt daarentegenvreemd genoegvan die ondervinding nog geene partij getrokken. Wel heeft de regee ring het nut ingezien van speciaal ingerichte transportschepenmaar tot nog toe slechts in zeer beperkten zin de daad bij het woord ge voegd, daar er, voor zoo ver ik weet, op dit oogenblik slechts een zoodanig transportschip in den Indischen archipel bestaatnamelijk het voor troepenvervoer bestemde stoomschip Soerabaja van de In dische oorlogsmarine, dat echter tijdens de beide Atjehsche expedi tiën als gevolg van den deerniswaardige!! toestand onzer marine op

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 262