260 dat tijdstip, bij het blokkade-eskader den dienst van oorlogschip heeft moeten verrichten. Daar de vijandelijke scheepsmacht in de wateren van Atjeh voor onze oorlogsmarine niet te duchten was en Engeland bij onze regeering op de vreemde opvatting en zeer rekbare wijze, volgens welke de internationale bepalingen omtrent blokkades werden ten uitvoer gebracht, geene aanmerkingen heeft gemaakt, bestond er ten opzichte van de Kon. Nederlandsche marine, voor het volbrengen van hare taak nog versterkt door civiele Gouvernemeuts-stoomsche- pen onder de bevelen van //militaire kommandanten," althans uit dat oogpunt, geen reden om een transportschip tijdelijk aan zijne be stemming te onttrekken. Een oorlogschip wordt, meen ik, gebouwd om slechts aan één doel te beantwoorden, zooals trouwens de naam er van aangeeft. De inrichting van het vaartuig laat dus, zuiver redeneerendeniet toehet tevens als transportschip te gebruiken. Ook het omge keerde is waarzij het ook dat men dit niet altijd heeft ingezien voor de marine in den Indischen archipel, welke tot dus ver nog geene vijandelijke Inlandsche scheepsmacht van eenige beteekenis bij de overzeesche expeditiën te vreezen had. Moet nu een oorlogschip ook aan de eischen van een transportvaartuig voldoen, dan worden de beweegbaarheid en slagvaardigheid er van belemmerd en dus ver minderd. Beide nadeelen nemen toe, hoe grooter het aantal te ver voeren troepen in evenredigheid van de daarvoor aan boord beschik bare ruimte is. Noch voor officieren, noch voor mindere militairen, noch voor de bij de troepen behoorende bagage en munitie bestaat aan boord van een oorlogschip eene afzonderlijk, voor troepenvervoer en het geen daarbij behoort, ingerichte plaats. Elk individu, tot de getransporteerde troepen behoorende, moet zich dan maar zoo goed mogelijk trachten te behelpen. Kan dit zonder nadeel van de gezondheid geschieden, wie zou er dan iets over willen zeggen? De militair moet zich aan ontberingen kunnen gewennen. Maar in tro pische landen, waar vooral de Europeaan aan zoo vele klimaatsm- vloeden blootstaat, kan men niet genoeg waken voor de toepassing der regelen van de gezondheidsleer. Wanneer dit behoort te worden gedaan ten aanzien van den Indischen militair evenzeer als voor ie der ander, dan geschiedt zoo iets niet alleen uit een filantropisch of humanitair oogpuntmaar ook en vooral om oekonomische be weegredenen. De militair in Indië men weet het is een voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 263