261
den Staat kostbaar individu. Niet slechts dus 's mans belang,
maar tevens, en meer nog, 's Lands belang, moet ons gebieden, zoo
goed mogelijk voor zijn behoud in het leger te zorgen. Behoort
men er op een gegeven oogenblik niet tegen op te zien om voor
de belangen van het Gouvernement vele menschenlevens te gelijk op
te offeren, in andere omstandigheden zij men, om er goed mede te
kunnen woekeren, zoo spaarzaam mogelijk met het leven van een
persoon. Men geve den militair goede voeding, kleeding en huis
vesting, niet om hem uit ziekelijke filantropie zoo als sommigen
meenen te verwennen, maar om zoo lang mogelijk van zijne
diensten gebruik te maken.
Ook de bemanning van een oorlogschipdat in sommige gevallen
voor transportvaartuig dienst moet doen, lijdt onder de tweeledige
bestemming van den bodem. Beroofd van een gedeelte der voor haar
reeds in zulk eene geringe hoeveelheid bestaande gemakken, kan zij
derhalve met het verblijf aan boord van de overgevoerd wordende
troepen weinig ingenomen zijn; terwijl de laatsten evenmin die ruimte
aan logies hebbenwaarop zij overeenkomstig de beginselen der hy
giëne aanspraak hebben.
Ik wil echter één voordeel niet wegcijferen, dat aan den over
tocht van, althans kleine, detachementen troepen der landmacht op^,
een oorlogschip verbonden is. Wie toch heeft nooit hooren spreken
van^de^strenge krijgstucht en goede orde, welke steeds aan boord
der oorlogschepen heerschen en spreekwoordelijk zijn geworden? En
wie zal dan nog willen tegenspreken, dat orde en discipline krach
tige hulpmiddelen zijn voor den aanvoerder der troepen van de land
macht, ten einde onder zijne gesubordineerden steeds een goeden
geest te onderhouden en, in het bezit van dien grooten faktor zijn
de, zijne onderhoorigen in het vuur des vijands gemakkelijker aan
te voeren? Dit voordeel hetwelk bij grootere detachementen,
zooals blijken zal, meer en meer illusoir wordt weegt echter
Diet op tegen de nadeelen van zulk een transport. En al had men,
wat trouwens niet het geval is, voor het vervoeren van troepen in
den Indischen archipel een voldoend aantal oorlogschepen beschik
baar, dan nog zou het om de hierboven aangegeven motieven niet
aan te raden zijnsteeds met die vaartuigenalthans in grooten ge
tale, troepen der landmacht te transporteeren. Toen Victor De Mars
in de //Revue des deux moudes" van het jaar 1865 zijne studie over
de Eransche marine publiceerde, en daarin vergelijkingen maakte