24 De troepen marcheerden op het bepaalde uur af, en nauwelijks nog was de kapitein Van der Hart op de plaats aangekomen, waar hij zich in positie stellen zou, of reeds de drie schoten vielen, ten bewijze dat ook deze onderneming weder met een gewenschten uitslag bekroond was. Zoo voorspoedig en zoo gemakkelijk als alles gegaan was, had men echter niet mogen verwachten. Kort na den afmarsch bevond zich de voorhoede onder den 2<* luitenant P. Derruel reeds voor de vijandelijke sterkte m, door het overige gedeelte der kolonne gevolgd, met uitzondering van eene kompagnie, welke als reserve in d was achtergebleven. Geen teekenen van ontdekt te zijn bemerken de werd de sterkte met de meeste stilte en voorzichtigheid beklom men, doch, niet zonder teleurstelling voor den het eerst binnenko mende, verlaten bevonden. Zonder tijd te verliezen rukte de geheele kolonne nu de sterkte binnen, en nadat deze eenigszins tot bezetting was ingericht, werd onmiddellijk en met gelijke stilte de sterkte c verkend. Ook deze werd ongemerkt genaderd en daarna met zooveel onverschrokkenheid aangevallen, ^at de vijand in overijling de vlucht nam, na slechts een schot gedaan te hebben. Op den goeden weg voortgaande, werd onmiddellijk de le luitenant-adjudant P. J. Wage naar met 25 man afgezonden, om zich zoo mogelijk meester te ma ken van de positie b. Deze naderende vond hij de sterkte van eene breede en diepe ingraving omgevenen geen ander middel tot overtrekking hebbende dau eenige bamboezenmaakte hij hiervan het noodige gebruik, drong moedig met zijne manschappen naar binnen 1 dreef de verdedigers op de vlucht, en was weldra, schier zonder tegen stand ondervonden te hebben, in het bezit van den laatsten post der vijandelijke berglinie. Yan dit gelukkig resultaat en den indruk, welke hierdoor zoowel bij onze troepen als bij den vijand was teweeggebracht, besloot de Generaal het noodige gebruik te maken om nu ook dadelijk tot een aanval op Bondjol zelf over te gaan. Hij gaf daartoe de noodige bevelen aan den luitenant-kolonel Michiels, en nog voor dat de dag was aangebroken, was deze met eene kompagnie op marsch, om Bondjol langs den voet der hoogte te na deren. Ofschoon gedurende de laatste dagen wel was opgemerkt, dat veel volk en vooral vele vrouwen en kinderen de kampong verlaten haddenwerd er toch op gerekend, dat het nemen der kampong niet zonder hevigen tegenstand geschieden konen daar bij het verkennen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 27