ment. Eene vijandelijke vloot was nergens te duchten en het vaar water tusschen Batavia en Poeloe Pinang genoeg bekend. Van laatst genoemde plaats naar Atjeh zouden de schepen verder gezamenlijk vertrekken en steeds bij elkander blijven. Dit was noodzakelijk. De paar denschepen waren ingericht volgens het systeem van wijlen den majoor der artillerie Peuilleteau de Bruijn [dat van zoogenaamde kandang's boven op het dek; Lahure noemt het zie II, bladz- 190 le mode d'embarquement sous baches et hangars sur le pont, pour petites traversées, système ilcile, sanitaire, mais dangereux] hetgeen als stelsel goed voldaan heeft. Voor korte trajekteu is dit steeds te verkiezen boven het stallen der paarden in het ruim van het schip, //mode difficile, long, et qui prend de la place", zegt La hure. //Dans certains vaisseaux de transport" vervolgt hij //on leur réserve [dat is voor de paarden] de vastes emplacements dans des espèces d'entre-ponts dont les écoutilles s'ouvrent uu peu au des sus de la ligne de fiottaison. Ils sont parqués sous des suspensions a poulies, en cas de mauvais temps. Ge système est le meilleur, car il permet lors du débarquement de hater siugulièrement la mise a terre; quelques chevaux sont trausportés a la cöte sur des embar- cations avec tous les harnachementspuis 011 fait avancer le trans port aussi prés que possible en face du point ou ce premier detache ment a débarqué; on ouvre alors les écoutilles, et les chevaux sau- tent a la mer et gagnent a la nage, généralement en ligne droite, la plageou les cavaliers les attendent pour les briderc'est le sys tème employé usuellement aux Indes." Het werd evenwel noch bij de eerste, noch bij de tweede Atjehsche expeditie, doch wel door de Eranschen o. a. in 1830 bij Algiers toegepast. Ter reede van Atjeh daarentegen werden de paarden op zoogenaamde drijvervlotten [sys- steem Ermeling] naar den wal getransporteerd. Aan boord van de paarden en vivresschepen bij de eerste Atjehsche expeditie vond men handbrandspuiten. De vivresschepen waren als magazijnen ingericht, zoodanig dat alle levensmiddelen f afgescheiden in soortenwaren op gelegd, met de eenmansvrachten bij de hand. Op een der vivres schepen had men atap en bamboe ingescheept. Van de tweede Atjehsche expeditie zou omtrent het transportwe zen veel meer kunnen worden gezegdindien de détails er van slechts bekend waren. Bij het onderzoek en de keuring der trans portschepen voor die expeditie handelde de hiertoe benoemde spe ciale kommissie naar eene daarvoor opgemaakte instruktie. In de 278

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 281