279 kommissie vond men nu ook officieren van de intendance en de ma rine als leden. Gaat men na tot welke resultaten de verrichtingen dier kommissie geleid hebbendan kan over het algemeen worden aangenomendat bijna geen der schepen aan de eischen van een transportvaartuig heeft voldaan. Treedt men vervolgens in eene beoordeeling welke van de ingehuurde schepen beter hebben voldaan die van de Ned. Indische Stoomvaart-Maatschappij of de door den minister van koloniën uit Europa gezonden transportvaartuigendan verdienen de eerstgenoemde ontegenzeggelijk de voorkeur, om de zeer eenvoudige reden dat de Ned. Indische Stoomvaart-Maatschappij, gewend aan en ingericht voor het vervoer van zij het dan ook in gewone omstandigheden slechts een betrekkelijk gering aantal militairenbovendien bekend is met de eischen van den Europeeschen en den lnlandschen soldaat. De voeding der militairen aan boord van de zoogenaamde ministerieele transportschepen heeft dan ook tot vele en zeer gegronde klachten aanleiding gegeven. Bij de keu ring van alle transportschepen ontmoette men vele moeilijkheden, welke door de zorg der Intendance moesten worden uit den weg ge ruimd. Op de meeste schepen b. v. die van de Ned. Indische Stoomvaart-Maatschappij niet uitgezonderd waren geene middelen genoeg voorhanden tot medevoering van drinkwater. Waterleggers, ook kookgereedschappen en pagaaien, sloepen, dreggen en dregtou wen alles moest voor het meerendeel door de Intendance zelve wor den verstrekt. Bij het kiezen van voorbeelden heb ik mij tot de beide Atjehsche expeditiën bepaald. Ik acht dit voldoende. Vooreerst, omdat men daarbij te doen heeft met twee veldtochten van den later en tijd waaraan zooals de regeering in Nederlandsch-Indië meer dan eens duidelijk heeft doen uitkomen geene kosten behoefden te worden gespaard; de eerste mag men meer onder de kleinerede tweede Atjeh sche expeditie daarentegen bij de grootere veldtochten rangschikken. En vervolgens heeft tot dus verre geen oorlogin den Indischen archi pel gevoerd, misschien tot zoo veel klachten over het transportwe zen aanleiding gegeven als de Atjehsche. Men mag derhalve dezen oorlog wel bij eene studie over het transportwezen in het algemeen als voorbeeld kiezen voor het stellen van regels en het vermijden van foutenmaar men kanverder in détails afdalendeen bij het zoeken naar een normalen toestand, waarin zich het Indisch trans portwezen der toekomst zal moeten bevinden kortom in het aan-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 282