had dan hare eischen veel lager gesteld. In Maart 1873 kon zij hare stoomschepen onmogelijk voor minder dan 1500 per dag ver huren, maar in November daarop was het onmogelijke tot 1200 gereduceerd, ongerekend de andere voordeelen, welke bedongen en toegestaan werden. Twee jaren later vroeg ze 1000 voor twee ziekentransportschepen en thans voor één daarvan reeds 800 per dag! Voor- sommige van de uit Europa gezonden steamers, welke grooter waren dan de stoomschepen van bovengenoemde maatschappij, moest de regeering meer aan huur betalen; hierbij kwamen nog de voor de reeders of maatschappijen indirekte voordeelenvoortsprui tende uit de retour-lading van gouverneraentsprodaktenwelke aan die vaartuigen toegezegd was geworden. En zoo werd bij slot van rekening door dien maatregel volstrekt geene zuinigheid betracht maar daarentegen aan officieren en manschappen, die met de minis- terieele transportschepen naar Atjeh werden overgevoerdzeer ge gronde redenen tot klachten, b. v. over de voeding aan boord, ge geven welke daarentegen op de booten der Ned. Indische Stoom vaart-Maatschappij over het algemeen zeer goed was. Indien nu tot verontschuldiging van een en ander moge worden aangevoerddat de uitrusting van zulk eene expeditie als de tweede Atjehsche iets exceptionneels is, waarvoor men niet berekend of goed voorbereid kon zijn; of wanneer men door sommigen hoort beweren, dat de tijd van zeven maanden, die daarvoor werd gegund, nog te kort was, dan maakt men zich m. i. aan overdrijving schuldig. In denzelfden tijd ongeveer werd de expeditie naar Egypte in 1798 onder Bonaparte georganiseerd. Het landingslegersterk 36000 man werd op een driehonderdtal transportschepen geëmbarkeerd en door dertig oorlogsvaartuigen begeleid. De expeditie der Engelschen en Russen naar Noord-Holland in 1799, waarvoor een landingsleger van 40000 man werd bestemdorganiseerde men bijna in den zelfden tijd. Yan de eerste afdeeling dier troepenmacht, 15000 Engelschen sterk, meldt de geschiedenis, dat ze op een honderdtal transport schepen, begeleid door eene vloot van 76 oorlogsvaartuigen, werd geëmbarkeerd. Voor de expeditie der Engelschen naar het eiland Walcheren in 1809, welke 4Ö000 man landingstroepen en 3000 paarden telde, besteedde men daarentegen niet zoo veel tijd. De toebereidselen duurden iets meer dan twee maanden en de landings- vloot bestond uit 37 linieschepen, 23 fregatten, 97 andere oorlogs vaartuigen benevens eene zeer aanzienlijke massa transportschepen. '283 o O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 286