285 peditie bedroeg aan combattanten en alle mogelijke non-combattanten niet meer dan hoogstens 12000 personenwaarbij het personeel van de zeemacht natuurlijk niet gerekend wordt. Yoor die expeditie had men eene voorbereiding van ruim een half jaar. Wel is waar zijn de verschillende middelen tot uitrusting van een veldtocht in koloniën altijd beperkter dan in Europa; doch in vergelijking met een tiental jaren vroeger, zijn ook de toestanden in den Indischen archipel veel gewijzigd. Hier beschikt men tegenwoordig eveneens over een hulpmiddel, dat vooral bij de organisatie van strijdkrach ten en oorlogsbehoeften eene groote rol speelt. Ik bedoel de tele graaf. Nederlandsch-Indië is sedert een viertal jaren in het tele- graafnet der wereld opgenomen. En als nu eene regeering zoo als de onze gelukkig op geene kosten behoeft te zien, kan zij, van de telegraaf gebruik makende en geholpen door eene andere macht die van den stoom binnen den tijd van veertien dagen over vrij goede, en binnen dien van twee maanden over de beste stoom schepen voor transportvaartuigen beschikken. Dit is de feitelijke toestand in Indië, bij vroeger jaren vergeleken. De gebrekkige mid delen in koloniën, waarover ik hier boven sprak, zijn dus voor Ne derlandsch-Indië zeer betrekkelijk en worden nu nog slechts bepaald door den tijd van duur, dien men, nu eens meer, dan eens min der, aan de uitrusting van eene expeditie gunt. Bedraagt die tijd, zoo als voor de tweede Atjehsche expeditie, ruim een half jaar, dan kunnen de transportschepen, even als in Europa, aan de eischen voldoen, welke men tegenwoordig uit een technisch eu hygiënisch oogpunt daaraan stelt. Ik wil niet ontkennen, dat men voor vaar tuigen welke die eischen in zich vereenigenveel kosten zal moe ten besteden. Maar dit kan niet anders, zoolang het gouverne ment niet zelf speciale transportschepen laat bouwen. En boven dien, goed en goedkoop bediend te worden in tijden van oorlog, zal w°l eene utopie zijn. De regeering is, eenmaal alles aan den handel en de partikulieren dus eigenlijk aan het toeval over latende, ook van het toeval afhankelijk om nu eens duur en slecht, dan weer goed en goedkoop geholpen te worden. Dit kan alleen door de mate van concurrentie worden bepaald. Eene Intendance, welke op de hoogte van haren werkkring staatdie bekend is en dat moet ze zijn met de voornaamste relatiën en konnektiën van den handel, kan die concurrentie aanwakkeren. Dat heeft ze dik wijls in hare macht en dan bevordert zij het belang van het gou-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 288