vernement. Maar daarvoor is in de allereerste plaats tijd noodig en liet nakomen der verplichtingen van eene Intendance in vredes tijd. Wat eigenlijk Intendance is, schijnt men in Indië nog niet te weten. Van verzamelen van statistische gegevens en bestudeering der hulpbronnen des lands is dan ook geene sprake. Eu wanneer nu daarbij aan een korps, dat zich //Intendance" noemt, om rede nen welke soms zwaar moeten wegen, niet eens tijd gegund wordt, eene expeditie goed te helpen organiseerenzal het gouvernement natuurlijk duur moeten betalen. Met geld en goeden wil kan ech ter nog veel gedaan worden. Is er geld in overvloed, zooals meer dan eens bewezen werd, dan voldoet de regeering niet aan hare roeping door met misken ning van wetenschappelijke regelen, hare dienaren, uit' zuinigheids overwegingen eene der eerste voorwaarden bij de verpleging van eene legermacht te onthouden. Ik kom hier terug op de overvulde transportschepen der tweede Atjehsche expeditie; op het slechte lo giesdat onze naar het oorlogsterrein overgevoerde militairen heb ben gehad. //Tien transportschepen minder," besliste de minister van koloniën, op advies van den opperbevelhebber der expeditie, die zich in Nederland bevond. De eischen van den Indischen leger- kommaudant, den persoon, dié geacht moest worden, beter dan twee eerstgenoemde staatsdienaren met den bestaanden toestand van Indië bekend te zijn, werden, eenvoudig weg, //exorbitant" genoemd. Na tuurlijk, men zag weer bij een liberaal kabinet tegen de uitgaven voor het leger op, en hiervoor moesten de eerste beginselen der gezondheidsleer met voeten getreden worden, om ten slotte zij het ook slechts stilzwijgend te erkennen, dat men toch gefaald had. Vooreerst werd door de regeling van de uitzending naar In- die der zoogenaamde ministerieele transportschepen indirekt niets bezuinigden ten andere erkende de opperbevelhebber der tweede Atjehsche expeditie zijn ongelijk door1° kort voor en na het ver trek der expeditie meer transportschepen te doen inhuren, en 2° met ongeveer l/3 gedeelte zijner strijdkrachten vooreerst te Padang in tact te laten en de daarvoor bestemde transportvaartuigen ter dien ste van de overige troepen te bezigen. Wat de gevolgen van de overvulde schepen en het slechte logies zijn geweest, waag ik met te beslissen. Ik zal niet zeggen, dat we daaraan de cholera te wij ten hebben, welke thans nog in Atjeh heerscht, want die gevreesde ziekte werd door de expeditionaire macht als het ware van Java 286

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 289