25 der bres bij de redoute k, dat kort te voren had plaats gehad, de manschappen nog met geweerschoten ontvangen waren, had de Gene raal met den overste Michiels afgesproken, dat deze met vlaggen een sein geven zou zoodra hij zijnen marsch aanving, en dat dan ook te tegelijk van de westzijde zou worden aangevallen. Toen de overste Michiels tot aan de rivier gekomen waswer den uit Pantjoerau Tjoedjoe eenige geweerschoten op hem gelost, doch zonder effect; verder doortrekkende, vond hij aan de oostzijde eene poort openstaandrong die met zijne kompagnie in gespannen verwachting en met den besten moed bezield binnendoch ontmoette geen enkelen vijand meer die hem het in bezit nemen der kam pong betwistte. Tegelijk met hem rukte aan de westzijde binnen de kolonne van den majoor Van der Schalk, die hiertoe door den Generaal was af gezonden zoodra deze het slaan van den stormmarsch gehoord had, daar hij het met den overste Michiels afgesproken sein door den dik ken nevel niet had kunnen zien. En zoo was dus Bondjol ons dezen dag eigenlijk zonder slag of stoot in handen gevallen en trokken de troepen de sterke kampong binnen, welke zoo vele jaren de zetel geweest was van het meest ge vreesde padriesche hoofd, van den meest despotieken, maar ook ze ker den meest energieken vorst, welken de maleiers van Sumatra gekend hadden, en die ons gedurende vijf jaren had bezig gehouden, alvorens het ons gelukt was hem den slag toe te brengen, welke onvermijdelijk ten gevolge hebben moestdat hij spoedig van allen invloed beroofd zoude zijn en zich zeiven bij het Nederlandsch Gou vernement zou komen onderwerpen. Groot en heilzaam in de gevolgen was het voordeel, dat door den val van Bondjol verkregen was. De geheele maleische bevolking ter Westkust van Sumatra juichte daarover en verheugde zich in de toe komst, welke haar nu vrede en voorspoed beloofde en schenken zou; jVeêrlandsch driekleur wapperde van het reeds onoverwinnelijk ge noemde Bondjolaan het zoo dikwijls reeds gewankeld hebbende vertrouwen op het Gouvernement was hierdoor op eens een hechten steun toegebracht, de groote onkosten van een langdurig beleg zou den door de nu behaalde voordeelen weldra weder vergoed worden Op al die blijde vooruitzichten werd echter eene donkere schaduw ge worpen door de herinnering aan al het bloed, dat daarvoor had moe-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 28