hare plichten tegenover het Gouvernement minder streng zou nako men. Wanneer ze dit al eens heeft gedaan, en daarop van den di- rekteur van binnenlandsch bestuur aanmerkingen vielen, ontving ze vooral tijdens de Atjehsche expeditiën vaak absolutie van de Regeering zelve. Hare plichten zijn omschreven in het gedrukt en tusschen het Gouvernement en de direktie der maatschappij gesloten kontrakt terwijl in de tarieven van het administratieregleraent voor het In dische leger bepaald is, waarop zoowel officieren als mindere militai ren, gedurende hun verblijf aan boord van de stoomschepen, aan voeding, logies, enz., aanspraak hebben. Daar over het algemeen door het leger over de behandeling aan boord niet geklaagd wordt, acht ik het niet noodig, hier de in de tarieven en verschillende al- gemeene orders van de Indische krijgsmacht voorkomende bepalin gen over het vervoer van troepen over zee, als ook van paarden, materieel, enz., te resumeeren. Dat vervoer is vooral van min dere militairen voor de Ned. Indische stoomvaart-maatschappij altijd zeer voordeelig geweest. Ze ontkent dit zelve dan ook niet; althans geen gezagvoerder van een stoomschip zal dit doen. Voor de officierendit moet erkend worden, zorgt men aan boord der stoomschepen over het algemeen goed. Zelden zal men b. v. een officier over de tafel hooren klagen. Met het logies zal men zich soms moeten behelpenwanneer b. v. de booten meer dan het re glementaire aantal passagiers hebbendoch zoo iets heeft dan ook maar alleen plaats in overeenstemming met den vrijen wil van het individu, daar niemand en ook geen Gouvernementsambtenaar ooit gedwongen werd, naar boord te gaan, wanneer voor hem geen behoorlijk logies gereserveerd wordt. Dat echter de mindere mili tairen naar verhouding even goed behandeld worden, durf ik niet te beslissen. Maar er worden toch weinig klachten vernomenzal men zeggen. Dit bewijst in zooverre weinig. De trajekten, welke af gelegd worden, zijn soms betrekkelijk kort, en op de plaats van aankomst zijnde, is men zoo licht geneigd, spoedig te vergeten wat aan boord ondervonden werd. Reklames de militair kan dit meer dan eenig ander individu getuigen geven vaak aanleiding tot veel soesah. Minder goede voeding kan ook soms met een extra borrel jenever geneutraliseerd worden en dan gebiedt de courtoisie jegens deu gezagvoerder natuurlijkhierover bij den militairen chef niet te reppen. De Inlandsche militairen hebben bovendien weinig behoef ten. Laat hen slechts met hun nasi en ilcan sëpat, met hun rokog 286

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 293