287
en hunne vrouwen, en, vooral als zij zeeziek zijn, aan hun lot overj
en op de plaats van bestemming gekomen zijnde, zullen ze niet
klagen. Het voedingstarief voor de mindere militairen aan boord van
de stoomschepen is zoodanig berekend, dat alle gezagvoerders op de
verschillende booten der Ned, Indische stoomvaart-maatschappij gaarne
en veel mindere militairen overvoeren want de massa geeft
hundie, volgens eene bepaling van de direktie der maatschappij
de voeding der verschillende passagiers aan boord zeiven moeten le
veren, eene niet onaardige verdienste. Het leger is zoodoende lang
zamerhand een goudmijn voor de Ned. Indische Stoomvaart-Maat
schappij geworden. Zij is er dan ook met hare bovendien goed
beloonde direktie vooral gedurende de laatste jaren zeer wel bij
gevaren.
Kan ik over de voeding der mindere militairen aan boord van de
stoomschepen dier maatschappij geen bepaald oordeel uitbrengenom
dat zulks op feiten moet berusten, welke officieel geconstateerd be-
hooren te worden, dit is niet het geval, wanneer het logies v an onze
militairen ter sprake komt. Vóór 1873, toen de booten der maat
schappij gewoonlijk kleine detachementen militairen naar de verschil
lende kustplaatsen overvoerdenhoorde men zelden klagen over ge
brek aan ruimte aan boorddoch nu, sedert het begin van den Atjeh-
schen oorlog, het overvoeren van groote detachementen troepeü, koe
lies, dwangarbeiders en ander personeel vooral van en naar Atjeh
om zoo te zeggen de normale toestand is geworden, houden de
klachten betrekkelijk de overvulde schepen aanzóó zelfs, dat zij
soms het onderwerp hebben uitgemaakt van een ernstig onderzoek
van het legerbestuur.
De regeling der transportdienst behoort geheel en al tot den werk
kring der Intendance. Een vorige legerkommandant heeft, vooral
met het oog op de groote toezendingen van personeel naar Atjeh -
voor goed uitgemaaktwat de Intendance heeft te verrichten bij de
aanvragen om scheepsgelegenheid voor de militairen en niet-militai-
ren, behoorende bij de verschillende wapens en diensten van het le
ger. Vroeger regelde ieder dienstchef, bij de verzending van per
soneel en materieel naar Atjehalles wat op zijn eigen dienst be
trekking had; ieder trachtte voor zich de grootst mogelijke ruimte te
verkrijgen en bekreunde zich natuurlijk weinig of niet over hetgeen
bij andere wapens en diensten plaats vond. Er was bij het vervoer
van troepen en goederen dan ook geene samenwerking, die tot ver-