289 redenen van pecunieelen aard [want ze is hier in Indië vrachtschip per en koopman tevens]zwaar vallenéén stoomschip meer naar het nog zoo schrale Atjeh te zenden, op gevaar om daardoor b. v. den zoo veel meer voordeel aanbrengenden dienst van de boot naar Makasser en de Molukken tijdelijk te moeten staken. Maar daar heeft de Intendance niet op te letten. Zij moet 's Lands belang voorstaan en ze kan streng zijn in hare eischen tegenover eene maat schappij welke haar bloei hoofdzakelijk aan Gouvernemeutsgeld te danken heeft. Sommigen schijnen evenwel eene andere meening aan te kleven. Volgens hen moet men steeds de loftrompet steken over eene maatschappijwelke zoo exorbitant in hare eischen wastoen de regeering in een toestand van machteloosheid verkeerde om kon- kurrentie in het leven te roepen. Iemand te bedankenals hij ons duur bedieud heeft, is de beleefdheid te ver drijven. Niemand kan het der Intendance euvel duiden, dat ze met de mate van haar organiseerend talent en de vele beslommeringen van haren tegenwoordigen werkkring, in drie jaren tijds na het einde der tweede Atjehsche expeditie, op het gebied eener afdoende ver betering van het transportwezen in het algemeen nog zéé weinig gewrocht heeft. Maar wel mag het haar als eene fout aangerekend worden, dat ze, hare zaken zoo goed mogelijk gaande houdende, niet altijd juist uit hare oogen gezien heeft. De klachten betref fende de overvuiling van transportschepen bleven na afloop dier ex peditie talrijk. Dat moet aan de Intendance worden geweten. En niet altijd had men eene provocatie tot verbetering van dien treuri- gen toestand zoo zeer aan haar initiatief als wel aan de zoogenaam de bemoeizucht van minder bevoegden te danken. Ontving zij dan geeue bemerking voor hare bijziendheid, of kreeg, omdat daaraan wellicht vooreerst nog niet veel te verbeteren is, alleen de soesah verwekkende leek eene aanmaning, om zich niet met andermans za ken in te laten Met goed toezicht van de Intendance, zijn de schepen der Ned. Indische Stoomvaart-Maatschappij voor het vervoer van niet al te groote detachementen militairen, in gewone omstandigheden, zeer goed te gebruiken. Voor het overbrengen in eens, bij spoedvereischende ge vallen of tijdens eene expeditie, van groote troepenafdeelingen zijn ze echter minder geschikt. Daarvoor moet men transportschepen in den waren zin des woords hebben. De booten der Ned. Indische Stoomvaart-Maatschappij men houde mij zulks ten goede zijn

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 296