302 macht is; de ten eenemale ongegronde of hoogst partijdige inlich tingen der dagbladen kunnen slechts ieder op een dwaalspoor leiden, die de juiste feiten wil kennen, maar ik onderstel het effectief zoo aanzienlijk als men maar wil. De organen der Turkenvrienden schatten het op 250,000 man; ik vermeerder het nog en breng het op 350,000. Dat is zeker een ontzagwekkend cijfer, vooral als men bedenkt, dat de meest onmiddellijk dreigende buitenlandsche vijand, Rusland, na groote inspanningen en veel lawaai, ternauwernood slechts 300,000 man te velde heeft kunnen brengen die verplicht zullen zijn den altijd gewaagden overgang van den Donau te be proeven en het altijd moeilijk beleg te slaan voor tallooze vestin gen die de Turken zoo goed weten te verdedigen. Maar het leger van den Sulthan zal niet alleen den Russischen inval te bestrijden hebben. Het zal Roemenië te bedwingen hebben, dat zijn onafhan kelijkheid wil; Servië, dat, ofschoon verwonnen door een reeks on begrijpelijke politieke en militaire misslagenzijn bijstand zal leenen aan allendie op Konstantinopel zullen aanrukkenMontenegro dat kleine land van heldhaftige wilden, die nimmer de wapenen zul len nederleggeuzoolang zij onder de suzereiniteit van de Porte zullen zijn; Bulgarijë en Herzegowina, die zich roeren zullen en bij de eerste gunstige gelegenheid opstaan; ICreta, dat zich reeds beweegt; misschien zelfs Griekenland, dat, zich in de verwarring mengende, zijn aanspraken zal doen hooren. Plarde taak, waarover de gevolmachtigden van den Divan hadden moeten nadenkenalvo rens zich naar de zittingen der Conferentie te begeven. En waar zijn bij dat alles de bondgenooten Eenige Egyptische afdeelingen en benden Tsjerkessen en Basji-Boezoeksdie men uit Azië zal oproepen. Wordt vervolgd.)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 309