307 tot boven het getal van 400 uit te strekken. Daar het zich echter niet laat aanzien, dat vóór 1 Januari 1878 de sterkte van het korps met meer dan 1/8 (50 jongelingen) zal aangroeien, kwam liet vol doende voor, thans nog slechts te rekenen op 3 kompagniën mini maal sterkte van 150 pupillen elk. De betrokken posten zijn daar bij voor aanvulling vatbaar, zoodat het Indisch bestuur de gelegen heid behoudt om, als het aantal aanvragen om plaatsing over schrijding dier sterkte mocht vergunnenook dan nog geen jon gelingen af te wijzen." In het //voorloopig verslag" omtrent de Indische begrooting voor 1877 wordt van de zijde der Tweede Kamer omtrent de nieuwe or ganisatie van den geueralen staf en de op te richten depöt-bataillons het volgende opgemerkt //Men had zich van de regeling van den generalen staf in Indië iets anders voorgesteld, dan thans blijkt, dat die inrichting worden zal. Zij moestmeende meneen bureau van informatie zijnwaar alle gegevens werden verzameld. De taak der stafofficieren zou daardoor van geheel bijzonderen aard worden. Indien de nieuwe in richting het gevolg moest hebben, dat de stafofficieren of een deel hunner sedentair wierden en dus niet meer tot het leger terugkeer den zou men dit zeer moeteu afkeuren. Het beoogde doel werd dan niet bereikt en de kosten zouden wat de memorie van toe lichting daarvan ook zeggen moge op den duur aanzienlijk wor den. Ofschoon sommige leden de oprichting der vier depöt-bataillons een nuttigen maatregel achttenzagen anderen daarin veel bezwaar. Is, vroeg men van deze zijde, in normale tijdenhet beschikbaar heb ben van vier bataillons noodigopdat men gelegenheid hebbe de nieuw aangekomene suppletie-troepen aanvankelijk in een koel klimaat te legeren? Heeft men ze noodig om de veld-bataillons altijd strijd vaardig en op de juiste sterkte te houden? Maar is die juiste sterkte in Indië, waar de vijand nimmer met goed georganiseerde bataillons te velde trekt, wel van zooveel gewicht? De regeering zal toch haar voorstel niet willen verdedigen op grond dat uit de depots de garnizoens-bataillons zouden kunnen worden aangevuld hetgeen dan op zeer omslachtige wijze zou plaats hebben. Of de de pöt-bataillons van nut zouden kunnen zijn voor de oefening der re kruten scheen moeielijk te beslissen. Maar dit aangenomenscheen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 314