318
werking vloeit het metaal met een straal, die de gedaante heeft van
een afgeknotten kegelin een daarvoor aangebracht kanaal weg.
Maar de weekheid van het lood en de gemakkelijkheid, waarmede
het stroomt onder matige drukkingenbeperken te zeer de spannin
genwaarvan het den maatstaf kan geven, om gebezigd te worden
tot bepaling van die spanningenwelke zich onder den invloed van
zware kruitladingen ontwikkelen.
De heer Morin heeft gemeend, dat het beter was toevlucht te ne
men tot het gebruik van metalen, die harder maar bijna even rekbaar
en gemakkelijk in nagenoeg zuiveren staat te verkrijgen zijn. Met
dit oogmerk heeft hij aan het Conservatoire des Arts et Métiers
proeven doen nemen omtrent het wegvloeien van roodkoper en tin
met stralen, die den vorm van afgeknotte kegels hebben.
Beide metalen hebben werkelijk zeer regelmatige stralen opgeleverd,
maar het roodkoper is te weêrstandbiedend dan dat hunne lengte,
zelfs onder de sterkste drukkingeu, die men te bestudeeren heeft, een
afmeting bereike, groot genoeg om er een genoegzaam juisten maatstaf
voor te verschaffen. Het weekere tin schijnt geheel aan deze voor
waarde te voldoen. De verkregen stralen groeien in lengte aan, even
redig aan de drukkingenmet een regelmatigheid, die toereikende is
voor de toepassingen, welke men zich van deze werkwijze kan voor
stellen.
De heer Morin meent, dat men met een proefvat, voorzien van
een tinnen cilinder van 14 millimeters middellijn, de meting van de
maximum-drukkingen, welke door de kruitgasseu worden ontwikkeld,
kan verkrijgen met een nauwkeurigheid, vrij wat grooter dan de tot
heden bereikte, daar elke millimeter lengte der kegelvormige stralen
nagenoeg overeen zou komen met 237 kilogrammen drukking op
den vierkanten centimeter.
Zoo men aan dezen toestel de waarneming van de wet der bewe
ging van de projectielen in de ziel der vuurmonden verbindt, meent
de heer Morin, dat men het middel zal hebben de studie van de ont
wikkeling der gassen veel verder op te voeren.
Hij wijst, te dezen opzichte, op een vernuftig instrument, uit
gevonden door den heer Ricq, dat de wet der beweging doet kennen,
door de gassen medegedeeld aan een stang, voorzien van een zuiger,
waarvan de oppervlakte en de massa in een gegeven verhouding staan
tot die van het projektiel, en die bijgevolg snelheden verkrijgt, fn
bekende verhouding tot die van den kogel. Uit deze graphische wet