320
immersmen weet hoezeer de inertie of traagheid der organen stoornis
te weeg brengt in de werking van de druk-aanwijzers, zoodra het
een machine geldt, die zich met een eenigszins groote snelheid be
weegt.
De heer Deprez heeft in 1870 een vernuftig middel doen kennen
om bij het gebruik van de statische methode de storende uitwerkingen
te doen kennendie te wijten zijn aan de massa's van de meet
toestellen, en heeft een merkwaardigen aanwijzer vervaardigd voor
het opteekenen van de drukkingenontwikkeld in de cilinders der
stoommachinesdie met groote snelheid werken. Hij heeft de moog-
lijkheid aangewezen, om op de meting van de door de kruitgassen ont
wikkelde drukkingen het vruchtbaar beginsel toe te passen, waarop
die toestel gegrond was.
In 1872 bracht de zee-artillerie twee reeksen toestellen in werking
manometers voor het opteekenen van de statische drukkingen geheeten,
en vervaardigd naar de aanwijzingen en met de hulp van den heer
Deprez.
De toestellen der eerste reeks waren met een enkelen zuiger
zij moesten dienen om als het ware op den tast en door middel van
methodiek herhaalde proeven de maximum-drukkinggedurende de
verbranding van het kruit ontwikkeld, te bepalen. In deze mano
meters maakte men, als antagonistische kracht, achtereenvolgens ge
bruik van stalen veren volgens bet stelsel van Bellevillevan saam-
geperst water en eindelijk van saamgeperste lucht.
De tweede reeks bevatte slechts éénen zelfopteekenenden mano
meter met tien zuigers, die, door een enkele proef, deze zelfde ma
ximum-drukking kon geven, of zelfs, met behulp van elektrische
teekens, op een bijzonderen chronograaf bijeengebracht, de opeen
volging der drukkingen kon doen kennen, in een zelfde punt der
kruitkamer ontwikkeld.
Met dezen laatsten toestel maakte menals antagonistische kracht,
slechts gebruik van de drukking, voortgebracht door saamgeperste
lucht. Voor het opteekenen van de elektrische seinen nam men
eerst toevlucht tot den chronograaf Schultz, den nauwkeurigsten der
bekende chronografenmaar daar zelfs dit instrument onvoldoende
werd bevonden, was de heer Deprez verplicht er gewichtige verbe
teringen in aan te brengenwaarvan wij reeds gewag hebben ge
maakt.
Proeven voor de toepassing van de dynamische methode waren