328 Samarang vervaardigd. Het gebrek aan wapenen is weggenomen. De afgekeurde geweren in de geweerkamers hebben de noodige loopen opgeleverd en, in een kort tijdsbestek, zijn in den constructie-winkel te Sourabaija, alle de overige deelentot een geweer behoorende, vervaardigd geworden, "s Maandelijks werden vier honderd stuks geweersloten, de laden, de bajonetten en het koperwerk in afzonder lijke winkels van het Atelier van constructie te Sourabaija vervaardigd boven hetgeen tot reparatie bsnoodigd was." //De salpetermakerij, welke door den Heer D. Yan Hogendorp in den Oosthoek is aangelegd, was in andere handen overgegaan en geheel vervallen. Dezelve is door het Gouvernement gekocht, en reeds werd in dezelve tot 70,000 pond in 'tjaar vervaardigd, welke de salpeter van Bengalen overtrof, als slechts elf percent, en dus zestien percent minder, bij het raffineren verliezende. De pikol kwam te staan op Rd. 15, maar het vooruitzigt was, die te brengen op Rd. 10, en de hoeveelheid op 100,000 pond, welke meer dan toereikende is voor de behoefte." //De kogelgieterij te Samarang, welke van weinig beteekenis was' is zeer uitgebreid en van alle noodige gebouwen voorzien, zoodat er bomben, grenaten en aanbeelden van 800 pond zwaar gegoten zijn. Er zijn aangebouwd drie kruitmagazijnen te Sourabaija, op Salatiga en op Meester-Cornelis, ieder van eene capaciteit van meer dan twee honderd duizend ponden." Yerder wordt er gesproken van de inrichting van den constructie winkel met meer dan twaalf honderd arbeiders en van de kruitmolens te Samarang en Batavia. Die energie, dat woekeren met dezelfs gebrekkige in Indiè zelf aanwezige middelen stemme het nageslacht, dat over zooveel grootere hulpmiddelen reeds kan beschikken, tot ernstig nadenken, wanneer het eenmaal, van de hulp van Nederland verstokenop eigen wieken drijvende, Indië tegen een buitenlandschen vijand zal moeten verdedigen. Doch beschaamd moeten wij, kinderen dezer eeuw, op onze onmacht wijzen. Onze kennis van de hulpbronnen van Indië, van de krachten die er aanwezig zijn, blijft gebrekkig. En in stede daarop te vertrouwen, wordt ons zooveel mogelijk ingeprent, aan den leiband van Nederland te loopen. Daendels moge, in onze tijden levende, zooals wel eens beweerd

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 335