331 daalder daags in Zilvergeld, ten laste van het voorschreven fonds zal worden betaald. 2°. Het menagegeld voor de Scholieren te verhoogen van Rijks daalders 2Y2 tot Rijksdaalders 4 per maand en derzelver getal te bepalen op 80 koppen. 3°. De tegenwoordige curatoren, van het voormelde Iustitut, thans nog bestaande uit den Prefect Goldbackden Havenmeester te Rembang Verhage en het lid van 't Collegie van administratie der IioutbosschenSmissaert, honorabel als zoodanig te ontslaan en weder tot Curatoren te benoemen Den Prefect Goldbach Den President van het Collegie van administratie der Houtbosschen Knops Den Luitenant-Kolonel Van Ostheim, Den Luitenant-Kolonel en Havenmeester Muller, Den Hoofd-Administrateur Sack, welke laatste tevens zal zijn Kassier Verwisselende maandelijks van presidie, en in hunne werkzaamheden geassisteerd door den Scriba Beer. 4°. Aan de gemelde Curatoren te demanderen om de instructien voor het voorschreven Institut zoodanig in te rigtendat dezelve voor het onderwijs, van den dienst te Lande zoo wel als van die ter zee, beiden dienstig zijn. 5°. Insgelijks aan de gemelde Curatoren op te dragen om ten laste van het fonds een Leermeester in de Hollandsche Taal voor 't Marine School te engagerenzoodra zich de gelegenheid daartoe zal voordoenten einde de Scholieren die hier te Lande zijn geboren en de Hollandsche Taal niet volkomen magtig zijn, daarin onderwijs te geventot faciliteit van de lessenwelke zij van de. Informators ontvangen. Turksch-Russische oorlog. Men schrijft 13 April aan de All- gemeine Augsburger Zeitungvan de Russisch-Moldavische grens //De staat der wegen is nog zoo slecht, dat tien paarden ter nauwernood genoeg zijn om één kanon te trekken. Dit zal nog wel twee of drie weken zoo blijven. Daarom gelooft men al gemeen, dat de eerste ernstige slagen in Azië zullen vallen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 338