■30
Het is jaar op jaar door de Regeering erkend, dat de resultaten
der korpsscholeu niet groot zijn. Zoo lezen wij om niet tot vroe
gere jaren terug te gaan in het koloniaal verslag van 1871 (Mi
litair Tijdschrift 1872, blz. 58): //Het onderwijs op de korpsscholeu
wordt voldoende behartigdmaar de resultaten daarvan zijn in het
algemeen niet groot, ten gevolge van de onvoldoende stof aan ge
schikte onderwijzers en de vele mutatiën onder dezenhet te wei
nig stelselmatig onderwijs in de vakken van het lager onderwijsden
weinigen tijd, die er voor kan afgezonderd worden zonder stoornis
te brengen in de andere dienstverrichtingen, die haren gewonen loop
moeten hebben, en eindelijk ten gevolge van herhaald schoolverzuim
wegens wettige verhindering." Het verslag van 1872 (Militair Tijd
schrift 1873, blz. 82) zegt dat //de resultaten bij voortduring om de
(vroeger) opgegeven redenen niet groot zijn en dit ook wel nimmer
zullen wordengelet op de geringe hulpmiddelen en de belemme
rende omstandigheden kunnen ze niet anders dan bevredigend ge
noemd worden." Het verslag van 1873 en dat van 1874 zeggen
met andere woorden hetzelfde.
En in het verslag van 1875 loopende over het jaar 1874
worden de resultaten geringer dan ooit te voren genoemd. Dit, wordt
gezegd, is echter licht te verklaren: (Militair Tijdschrift 1876, blz.
48) //daar de talrijke mutatiën, ook onder de onderwijzers, oen ge
volg van den oorlog op Noord-Sumatra, niet dan een zeer nadee-
ligen invloed op het onderwijs konden uitoefenenterwijl bovendien
de omstandigheid, dat een aantal korpsen te velde was, den dienst
in de garnizoenen meer deed drukkenen dus noodwendig den lust
en ijver bij de studiën moest doen verflauwen."
Uit bovenstaande aanhalingen blijkt voldoende, dat men zelfs in
tijden van vrede, zooals in 187072, weinig te verwachten heeft
van de korpsscholen voor de behoorlijke vorming van kader. Die
korpsscholeu hebben voorzeker haar nut, maar ter voorziening in
de behoefte aan goed kader kunnen zij slechts in zeer geringe mate
medewerkenzij schieten daarin voortdurend te kort (koloniaal
verslag van 1871, Militair Tijdschrift 1872, blz. 59).
Dit begreep de legerkommandant in 1870 ook, en alzoo werd
in het laatst van 1871 eene kaderschool voor de infanterie in het
leven geroepen. Eene Europeesche en eene inlandsche kompaguie
van het 10e bataillon infanterie te Meester Cornelis werden bij huis-
houdelijken maatregel uitsluitend dienstbaar gemaakt aan de oplei-