31 ding van het kader van alle natiën (Militair Tijdschrift 1873 biz. 82.). Daartoe werden de meest oppassende soldaten, en eenige korporaals van het leger, die aanleg en lust bezaten om tot korporaal en on derofficier te worden opgeleidbij die kompagniën geplaatstna eenig verblijf ter school en afgelegd examen keerden zij in een hoogerer graad naar hunne korpsen terug. De resultaten waren voorloopig zeer bevredigend; in Augustus 1872 verlieten 43 élèves na een goed afgelegd examen de kaderschool en werden zij in hunne nieuwe graden bij de infanterie en bij het korps mineurs en sap- peurs overgeplaatst. Eene uitbreiding der school bleek noodig voor zooveel het Europeesche gedeelte betrof, om in de vacatures bij de korpsen naar behooren te kunnen voorziendien ten gevolge werd in Januari 1873 de sterkte der kaderschool op twee Europeesche kompagniën en eene inlandsche kompagnie vastgesteld. Men was dus thans op den goeden weg; de kaderschool had hare noodzakelijkheid bewezen, en werd nu gebracht op de sterkte, die noodig gebleken was. Doch helaas, de omstandigheden brachten mede, dat die goede weg al zeer spoedig weder moest worden verlaten. //Ten einde voor de tweede expeditie tegen Atjehzoo noodig over het 10e bataillon infanterie, waarvan de kaderschool een on derdeel uitmaakte, te kunnen beschikken, werd in Juni 1873 mach tiging verleend, die school tijdelijk op te heffen" (Militair Tijdschrift 1875, blz. 38.). En in 1874 //moest zij nog opgeheven blijven." Zij is ook thans nog niet weder opgericht, om dezelfde redenen als in 1873 en 1874. Het behoeft intusschen geen betoog, dat, nu, zooals gezegd, de korpsscholen meer dan ooit vroeger te kort schieten in de vorming van kader, en ten gevolge van den voortdurenden oorlogstoestand meer kader noodig is dau ooit te vorende wederoprichting van eene kaderschool hoogst noodig is. Hoe die te verkrijgen Men heeft in 1871, om de oorlogsbegrooting niet te bezwaren, een gedeelte van een veldbataillon tot kaderschool bestemd Dit kou destijds geschieden, omdat rondom in Indië rust heerschte. Doch het ligt voor de hand dat na het uitbreken van den oorlog tegen Atjeh het 10° bataillon infanterie beschikbaar moest blijven voorden dienst te velde. Was men in 1871 minder zuinig geweest, en had men toen eene afzonderlijke kaderschool opgericht, boven de formatie van helleger, dan had in 1873 die school om de aangegeven motiven niet opge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 34