36
ten aanzien van de officieren die zich troosten met het vooruitzicht
op hoogere rangen noodig bij de onderofficieren en korporaals.
Deze moeten vooral beseffen, wat van hen gevorderd wordt. Hun
standpunt tegenover hunne minderen zal op deze wijze verhoogd
worden; zij zullen er, meer dan tot dus verre, een eer in stellen,
onder-officier of korporaal te zijn, en minder naar verandering haken.
Dit is eene zaak, waarin bepalingen en voorschriften weinig kun
nen doenmaar die hoofdzakelijk afhangt van de persoonlijke op
vatting van de officieren.
BataviaNovember 1876.