45 der onmiddellijke leiding van den chef (kolonel) welks werk zaamheden voornamelijk strekken tot voorlichting van den legerkom- mandant, ter verkrijging van eenheid in de organisatie van en den dienst bij de verschillende corpsenen tot verzameling der noodige gesevens om steeds naar een vast plan te kunnen optreden, zoowel tegen de inlandsche bevolking in eenig deel van den archipel, als mocht dit onverhoopt noodig zijn tegen den aanval eener bui- tenlandsche mogendheid. De gewestelijke staven zullen in den ge- neralen staf worden opgenomenopdat meer en meer eenheid van gedachte in het territoriaal bevel ontsta. De militaire verkenningen met al wat daartoe behoort op 't gebied van topografie, statistiek en geografie zoo naauw verwant aan de door het hoofdbureau van den staf te verzamelen gegevensmaken onder een afzonderlijken chef een zelfstandig deel van den generalen staf uit, onder recht- streeksch toezicht van den chef van het hoofdbureau. In oorlogstijd is gerekend op de samenstelling van vier divisiën op Java, nader in overleg met het hoofdbureau te regelen, en op het noodige personeel om bovendien, zoo noodig, op Sumatra en in de overige buitenbezittingen twee of drie afzonderlijke corpsen te kunnen bijeenbrengen. In overleg met den Minister van Oorlog werd voorts bepaalddat van de krijgsschool te Breda partij getrokken zal worden om In dische officieren, na een verblijf van minstens vier jaren in den ar chipel, eene hoogere militaire opleiding te geven. Uit hen, die met vrucht den cursus doorliepen, zal de generale staf bij voorkeur wor den aangevuld, terwijl de jaarlijksche beschikbaarstelling van drie a, vier plaatsen bij die school voor het Indische leger het vooruit zicht opent van, na verloop van tijd, een goed deel der hoogere troe- peuleiding aan in allen deele wetenschappelijk gevormde officieren te kunnen toevertrouwen. Maatregelen zijn genomen, opdat nog in het loopende jaar (1876) een drietal Indische officieren ter krijgsschool kun nen worden toegelaten bij het begin van den nieuwen cursus, 1 No vember 1876. Een kapitein der infanterie van het Indische leger woonde, tijdens zijne detacheering in Nederland, reeds den volledi- gen krijgsschool-cursus bijeen ander maakt zich het hem verleende verlof ten nutte om dien cursus te doorloopen. Bovendien werd een genie-officier, die hem geheel ten einde bracht, overgeplaatst bij het Indische leger.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 48