WYY 1EDEDH 01II8EÏT DE\ PADBIE-OORLO» Ml 1830, getrokken uit het journaal van wijlen den kolonel A. van der Hart. Vervolg van blz. 567, jaargang 1876.) In dezen toestand bevonden zich de zaken, toen den IH» April de generaal-majoor titulair F. D. Cochius, kommandant van het Indisch leger, die benoemd was tot 's Gouvernements commissaris ter Westkust van Sumatra, te Pisang aankwam, en door kapitein Yan der Hart nader ingelicht werd. Behalve dat hem als adjunct-commissaris was toegevoegd het lid van het Hoog Gerechtshof voor Nederlandsch-Indië, Mr. C. Visscher, die zich reeds eenigen tijd op Sumatra bevondwerd de Geueraal vergezeld door zijnen adjudant, den kapitein P. J. P. N. Battaerd, den majoor, sous-chef van den Generalen Staf, Jhr. C. P. A. de Salis, en den kapitein-ingenieur P. P. C. O. Oudaatje. Om de laatste geleden verliezen eenigszins weder aan te vullen, waren 150 Europeesche en 150 Inlandsche infanteristen, zoomede het ontbrekende personeel en materieel der artillerie en genie met den Generaal van Java overgevoerd. Nadat de generaal Cochius den kapitein Ondaatje vooruitgezonden hadom eene opname te doen van onze en van 's vijands stellingen de vallei van Alahan Pandjang, en daarnaar een plan van aanval Bondjol op te makenvertrok hij weinige dagen later naar de boven- OL l

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 4