47 stip, waarop de jongste reorganisatie der infanterie in haar geheel zal zijn tot stand gekomen. (1) De formatie van de voorloopige bezetting van Atjeh bedroeg op 1 Maart 1876: Totaal: 322 officiereu en 7944 minderen (behalve de vrije werk lieden en de dwangarbeiders) benevens 160 paarden. De aanhoudende aanvulling der troepenmacht in Atjeh maakte het al langer hoe duidelijker, dat op den duur geen deugdelijke samen stelling van het Indische leger denkbaar is, wanneer niet gebroken wordt met het stelsel om aan het ééne veidbataillon kader en man schappen te ontnementen einde het andere strijdvaardig te houden. Leveren de talrijke mutatiën, die hierdoor ontstaan, reeds een niet gering administratief bezwaar op, nog sterker doet zich de nadeelige werking van dat stelsel gevoelen op het verband en de oefening bij elk der corpsen. In overleg met het Opperbestuur werd dan ook door de Indische Regeering het denkbeeld uitgewerkt der oprichting van een of meer depötbataillons. Die corpsen, in een koel klimaat te stationerenzouden dienen in de eerste plaats tot samentrekking en oefening der rekruten, die, na afgeëxerceerd te zijn, bij de veld- bataillons worden ingedeeld. Aan elk depotbataillon zou de zorg worden opgedragen tot completeering van eenige bepaald aangewezen infanterie-corpsendie de alleen voor garnizoensdienst geschikte mi litairen op het depotbataillon zouden dirigeerenopdat ze van daar, naar de behoefte, bij de garnizoeusbataillons konden worden inge lijfd. Zoodoende zouden dus de veldbataillons afdeelingen worden, die werkelijk elk oogenblik geschikt zijn om in haar geheel te velde te komen. Door tijdelijke uitbreiding van de formatie der depot- bataillons zou men dan in tijd van oorlog de verschillende corpsen Officieren Europeanen (Inlanders (I 285 Europeanen Amboinezen Inlanders Afrikanen Barissans Onderofficieren en manschappen (bij de barissans) 37 aeanen3164 >inezen363 ders3132 91 1194 (1) Ultimo December 1875 waven zeven veldbataillons naar de formatie gereorga niseerd te weten bet ode, 8ste, 12de, 18de, 14de, lGde en 17de.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 50