48 intact kunnen bewaren, en uit die bataillons de verliezen op het oorlogstooneel aanvullen. Het ontwerp dezer regeling bereikte Nederland in de laatste da gen der maand Mei jl. en zij zal waarschijnlijk kunnen tot stand komen, zoodra de noodige fondsen bij de begrooting zullen zijn toe gestaan. Immers aan den maatregel zal eene niet onaanzienlijke ver meerdering van uitgaven zijn verbonden; maar het behoeft geen be toog, dat de strijdvaardigheid van het leger er zoo zeer door zal worden verhoogd, dat het nuttig effect van het totaal der kosten van het leger, en wat meer zegtde veiligheid van het Ne- derlandsch gezag in den Archipelbuiten evenredigheid tot de hoo- gere uitgaven zullen toenemen. De reorganisatie der veld- en bergbatterijenin het vorig verslag besproken, wordt allengs tot stand gebracht, evenals de jongste wijziging, die in het corps der genie-werklieden en der militaire genie opzichters is bevolen bij 's Konings besluit van II September 1875, n°. 58. Deze laatste wijziging had eensdeels ten doel, eene juistere sterkteverhouding te verkrijgen tusschen de Europeesche en Inland- sche elementen bij de compagniën werklieden, in verband met eéne doeltreffende indeeling van opzichthoudend personeel op de werken; overigens beoogde zij versterking, tevens lotsverbetering en daardoor geregelder aanvulling van het corps opzichters. Plaatselijke indeeling. Behoudens de versterking onzer strijd krachten in Atjeh en de intrekking of wijziging der bezetting van enkele ondergeschikte posten, ondergingen de standplaatsen (2) der troepen geen noemenswaardige veranderingen. Aanvulling. In hoeverre het Opperbestuur er in slaagde, te vol doen aan de uit ludië ontvangen aanvragen tot aanvulling van het officierscorps, blijkt uit den volgenden staat: (2) Ia deu Kegeerings-almanak voor Nederlandsch-ïndië over 1876 blz. 582 eu volg. is een uitvoerig overzicht gegeven van de standplaatsen der troepen bij het einde van 1875.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 51