53 zij vier jaren, waarvan minstens twee als onderofficier, bij het leger gediend hebbentot de officiers-examens toe te laten. In verband daarmede werd tevens, met intrekking van 's Konings besluit dd. 21 Februari 1863, n°. 136, bij Koninklijk besluit van 28 Mei 1876, n°. 19, bepaald, dat aan uiet-genaturaliseerde vreemdelingen in den vervolge geen hoogere dan de luiteuantsrang zal worden toegekend. Het voornemen bestaataan de militaire school te Meester- Cornelisin verband met eene nadere regeling van de wetenschap pelijke opleidiug bij de corpsen (1)de noodige uitbreiding te geven voor de opleiding van een grooter aantal jongelieden. Een hiertoe uit Indië ontvangen voorstel vereischte herziening en werd tot dat einde derwaarts gerenvoyeerd. In de positie van de officieren is bij 's Konings besluit van 30 Juli 1875, n°. 63, eene billijke verbetering gebracht door de be paling dat zijaan wie voor ziekte buitenlandsch verlof verleend wordt, gedurende hunne afwezigheid het recht op bevordering be houden. Tot dusverre werd dat recht nie.t dan bij uitzondering toe gekend aan hen die, binnen 15 jaren na hunne aankomst in Indië, tijdelijk naar het moederland terugkeerdenalleen aan verlofgangers, die meer dan 15 effectieve Indische dienstjaren teldenwerd per se gedurende hun verblijf in Europa de bevordering gewaarborgd. De tractementen der subalterne officieren zijn met 1 Januari 1876 verhoogd en op de volgende wijze geregeld Infanterie en Speciale wapens kwartiermeesters. en diensten, kapiteins, oudste helft. f 400 p. m. f 450 per maand; overigen350 400 u lste luitenants, oudste helft 225 250 n n overigen200 225 n 2de luitenants170 185 n Bij het niet onaanzienlijk troepen verliesdoor den oorlogstoestand op Noord-Sumatra veroorzaakt het tijdelijk verlies aan convales centen medegerekend behoeft het geen betoog, dat ook de gere gelde aanvulling der gelederen van het Indische leger aan kader en (1) Reeds werden in 1875, ter bevordering van eenheid bij dat onderwijs, de cursussen der verschillende veldbataillons bij vier van dize geconcentreerd, en wel: te Meester-CornelisWillem I3 Soerabaja en Padang-Paudjang.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 56