57
na de invoering van liet nieuwe gagements-regiement voor Europea-
niet achterwege mocht blijven vermits de vooruitzichten der inlanders
sinds 1866 onveranderd waren gelaten, terwijl die der Europeanen
sinds dat tijdstip nu reeds tweemaal (1867 en 1875) eene aanzien
lijke verbetering hadden ondergaan.
Tot dusver was hier alleen sprake van de legeraanvulling in het alge
meen; ter completeering van het kader werden inmiddels nog eenige
bepalingen in het leven geroepen, die niet onvermeld mogen blijven.
Bij Koninklijk besluit van 16 September 1875, No. 36, werd
voor gewezen onder-officieren en korporaals van het leger en het
corps mariniers, die na 1869 den dienst verlieten, de gelegenheid
geopend zich op nieuw in liun vorigen graad, te verbinden, mits zij
overigens voldoen aan alle eischen, den vrijwilliger gesteld. Hier
door werd tevens bijgedragen tot voorziening in het tekort aan be
geleidend kader bij de uitzending van suppletietroepenwaarbij thans
krachtens Koninklijk besluit van 18 September 1875, No. 19, zoo
noodig, enkele onder-officieren van 't Nederlandsche leger worden
ingedeeld, die na aankomst in Indië onmiddellijk weder naar Ne
derland terugkeeren. Tot nog toe behoefde echter van dit hulpmid
del slechts zeer zelden gebruik te worden gemaakt.
Krachtens 's Konings besluit van 24 Augustus 1875 No. 61,
worden bij het bataillon mineurs en sappeurs te Utrecht eenige jon
gelingen, van 16 tot 18 jaren oud, aangenomen om voor het ge
niekader der Indische troepen te worden opgeleid: tevens worden
enkele intelligente Nederlandsche soldaten, te Harderwijk geworven,
bij dat bataillon met gelijke bestemming gedetacheerd. Die maat
regelen zijn nog te korten tijd in werking om over hunne resulta
ten te kunnen oordeelen. Bij het gebrek aan opzichthoudend perso
neel bij de Indische geniewerken werd deze proefuemiug nuttig ge
oordeeld. Om echter al aanstonds aan dat gebrek te gemoet te ko
men, werd eene poging gedaan om het. corps militaire genie-opzich
ters in Nederlandsch Indië te doen aanvullen door de uitzending
van civiele personen, die onder overlegging van goede getuig
schriften nopens praktische bekwaamheid aan de eischen van een
theoretisch examen hadden voldaan. Dat examenin de maand April
jl. te 's-Hage afgenomen door eene commissie van Indische genie
officieren, naar een te Batavia opgemaakt programma, had ten ge
volge dat 9 genie-opzichters werden aangesteld.