59 sneuvelden 2 officierenen overleden 20 Europeanen2 Afrikanen en 18 inlanders ten gevolge van voor den vijand bekomen wonden. Uit de bovenstaande gegevens blijkt, dat de sterkte van het le ger in den loop van 1875 vermeerderd is met 4193 man, waarvan 1487 Europeanen. Ziekte- en sterfte-cijfers. In 1875 bedroeg de verhouding der sterfte tot de gemiddelde sterkte des legers: Yoor Java en Madura, met inbegrip der overledenen in Atjeh en Benkoelen Europeanen13,58 pCt. Afrikanen4,38 Inlanders8,04 Totaal10,67 n Yoor de Buitenbezittingen Europeanen3,45 pCt. Afrikanen Inlanders2,79 Totaal3,04 Yoor geheel Indië: Europeanen10,67 pCt. Afrikanen4,34 Inlanders5,95 Totaal8,05 Naar gelang der ligging van de garnizoensplaatsen, op Java en Madura, aan de kust of binnen 's lands, bedroeg de sterfte respectivelijk Europeanen18,87 en 6,18 pCt. Afrikanen6,14 en 1,45 Inlanders. 10,18 en 3,55 Te Atjehtijdensen na de evacuatieoverleden Gedurende de 2e expeditie: Europeanen775 Afrikanen37 Inlanders202 Na afloop der 2e expeditie (26 April 1874) tot en met ultimo December 1874: Europeanen557 Afrikanen4 Inlanders181

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 62