64 voor liet leger werd geen verandering gebracht; die der artillerie, vroeger gewijzigd ten gevolge der invoering van het achterlaadge- sc.hut, zijn voor een deel op nieuw in druk verschenen. Nieuwe instructiën voor het beheer der hospitalen en magazijnen zijn in be werking. In de administrative voorschriften werden slechts enkele door de practijk gevorderde wijzigingen van ondergeschikt belang gebracht. Bijzondere instellingen in "l materieel helang van, den soldaat. Aan de goede inrichting der kantines wordt voortdurend de noodige zorg gewijd. Door daaraan in de meeste -garnizoenen bibliotheken van meer of minder omvang te verbindentracht men die uitspan ningslokalen allengs meer en' meer ook tot ontwikkeling van den soldaat te doen dienen. Het algemeen verslag betreffende de kanti nes over 1875 is nog niet hier te lande ontvangen. In 1874 werd bij de kautinefoudsendie echter bijna allen over een vrij aan zienlijk voordeelig saldo konden beschikkenin den regel achteruit gang waargenomenalthans in die plaatsen wier garnizoenen zich voor een groot deel te velde bevonden. In welke mate de sterkte van het garnizoen invloed uitoefent op de financiën der kantine blijkt voldoende uit het feit, dat te Meester-Corneliswaar het suppletie- depot gevestigd is, het batig saldo in 1874 van 3830 tot ƒ5170 klom. Te Padaug, door het verkeer met Atjeh megr dan anders door troepen bezet, rees dat saldo van f 9,880 tot J 14,570. Van de spaarkassen werd in 1874 niet meer gebruik gemaakt dan in 1873; het aantal inleggers was ultimo December 1874 slechts met 10 toegenomen, en bedroeg toen 508, met een gezamenlijk te goed van f 55,300,575. Remonte. De oprichting eener paardenstoeterij op Soemba werd vertraagddoordien de Indische Regeering het noodig oordeelde nadat de in commissie derwaarts gezonden paardenarts zijn rapport had ingediend die oprichting te doen voorafgaan door nader over leg met den resident van Timor. Intusschen werd ook eene commissie van drie deskundigen naar Makassar gezonden, om daar de gelegenheid tot vestiging eener stoeterij te onderzoeken. Zij bracht een in vele opzichten gunstig rapport uit, dat echter aan het Opperbestuur aanleiding gaf op som- mige punten inlichting te vragen. De overgelegde stukken toch

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 67