72
baaldelijk genoemden Toekoe Lampasei, die als de wettige gezag
hebber over die streken bekend stond (1). Een afgevaardigde van
dezen begaf zich over land naar de IV Moekimmen hij zelf werd
met een stoomschip naar Kloeang gebracht, om brieven aan de
hoofden te doen toekomenwaarin zij tot onderwerping werden aange
maand. Uit hun antwoord sprak niet zoozeer eene vijandige stemming, als
wel zeker gevoel van schaamte om zich zonder slag of stoot over te
geven. Voor de onderwerping der IV Moekim is dan ook niet meer
dan één gevecht noodig geweest. Toen onze troepen, den bergpas
van Blangkalla overgetrokken zijnde, naar de kuststreek bij ICoerong
Kaba afdaalden, werd eene krachtige poging gedaan om hen te»en
te houden, maar daags nadat zij (op 17 Januari) ook hier de over
winning hadden behaaldkwam Toekoe Moeda Oesoep (zie noot 1
hieronder), namens de hoofden in de IV Moekim, de onderwerping
aanbieden. Toekoe Lampasei werd nu met het bij Koerong Raba
gestationeerde stoomschip Bromo van Kloeang afgehaald, en in zijne
tegenwoordigheid werd den 22stcn Januari aan de inmiddels verzamelde
hoofden hetzelfde voorgehouden wat te Lampagger aan de hoofden
en bevolking was te kennen gegeven. Dienzelfden dag kwam ook
het hoofd' van Beradoean (tot de VI Moekim behoorende) zich on
derwerpen, en onze troepen ondervonden geen tegenstand toen zij
door het oostelijke gedeelte der IV Moekim over de zoo even ge
noemde plaats naar Pekan Badak terugkeerden. Integendeel zagen
zij mannen, vrouwen en kinderen naar de verlaten kampongs terug-
keerenen stond hier en daar het volk gereed om hun verfrisschingen
aan te bieden.
De vermeestering van de IX Moekim en van de daaraan en aan
de Atjeh-rivier en het gebergte grenzende landstreek kostte meer
moeite. Eerst nadat den vijand (31 Januari3 Eebruari) hevige
verliezen waren toegebracht bij Oeleh-SoesoehToeran en Atoa, scheen
(1) De vorige panglima van de XXV Moekim had twee zonen, Toekoe Nja Abas
en Toekoe Lampasei. De eerste volgde zijn vader in het bestuur over de Sagi (en
in den titel van «galar Setija Oklama") opde tweede werd hoofd over de IV
Moekim en de zes tusschen Koerong Kaba en Lambesi aan de westkust gelegen land
schappen. In 1873 evenwel wist Toekoe Nanta den panglima Toekoe Nja Abas
over te halen om zijn broeder die toen nog niet onze partij had gekozen, maar
toch niet goed vertrouwd werd op zijde te zetten eu zijne twee neven Toekoe
Moeda Oesoee en Toekoe Tjoet Bantah in diens plaats te stellen. Daarop schaar
de Toekoe Lampasei zich aan onze zijde.