87 lijk in het b elang der Maraksanen. Sinangri toch is gelegen in de onmiddellijke nabijheid eeuer waadbare plaats in de kwalla Naridji, die de gemeenschap vormde tusschen Maraksa en de VI Moekim en herhaaldelijk door enkele kwaadwilligen uit dit gebied werd overge trokken om de aan ons gezag onderworpen bevolking te benadeelen. De kampong werd zonder strijd bezet, door een klein aardewerk versterkt en door 1 officier en 80 man betrokken. De vijf maanden, gedurende welke de kolonel Wiggers van Ker- chem met het tijdelijk bevel in Atjeh was belast (12 Juni 9 November 1875;, werden uitsluitend besteed voor deconsolidatie der door ons ingenomen stellingen. Uitbreiding dier positiën had in dat tijdsverloop niet plaats ofiensieve handelingen onzerzijds werden zelfs vermeden, ofschoon nu en dan de geregelde patrouilledienst die zoowel verkenning van het voorgelegen terrein als bevestiging van het verband tusschen de posten onderling ten doel hadtot ont moetingen met den vijand leidde, in den regel van geringe beteeke- nisdoch nu en dan met het verlies van een enkelen gesneuvelde en eenige gewonden gepaard. Den 4'len September dreigde zulk een patrouillegevecht een ernstig Blijkens een rapport van den opperbevelhebber, gedagteekend Kotta-Radja 27 Julij 1875, waren toen de volgende punten bezet: door het rechterhalf 2de bataillonSoerianBlang-oe, LampaseiPoe-oe, Lamteboe en Setoe-zuid door het 3de bataillon Poengei-Blang-Tjoet, Gitjiel, Mandarsah-Poetih, Bamara- Oleyloe, Lampoe-oeh, Lohong-oost, Longbattah-missigit, Bongbattah-zuid en Blang- Djoet door het 9de bataillonLemboeh-oostLemboeh-noordoost, Kotta-Alam, rivier- benting, Berouw, Panditi, Langkroek, lamprit, Penajoeng, Kampong Djawa, Marine- benting, de Atjeh-monding, Kotta-Radja-Bediel, Moesapi, Tiban, Lamara-noordoost, Lamara-zuidoost, Bangkroek-oost, Bohong-zuidoost en Bohong-znidwesten door het rechterhalf 10de bataillon Oleh-leh, Oedjong Palangahan, de seinpost (tot communicatie met de reede) Sinangri en Pakan-Atjeh. Die posten waren bewapend met 6 getrokken kanonnen van 12 cM. aehterlaad, 14 idem van 12 cM. voorlaad, 13 idem van 8 cM. voorlaad, en 4 gladde kanonnen van 9 cM., benevens 5 mortieren van 20 cM. en 15 Coehoornmortieren (12 cM.) De overige troepen der bezetting waren te Kotta-Radja samengetrokken. De for matie der bezetting onderging in dit tijdvak slechts in zooverre eene verande ring, dat zij met eene compagnie vesting-artillerie werd uitgebreid (opdat het personeel der veld-artillerie niet langer aan zijn eigenlijken werkkring behoefde te woiden onttrokken) en dat het rechterhalf 5 de bataillon infanterie werd vervangen door een gemobiliseerd bataillon van den barissan van Maduradit laatste kwam den 19den September iri Atjeh aan den 22sten vertrok het rechterhalf 5de bataillon naar Java.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 90