91
14'. voorzieningen tegen inundatie der bezette terreinen.
Den 8sten Juli 1875 belegde de Gouverneur-Generaal naar
aanleiding van het voormelde rapport te zijnen paleize, met de
kommandanten van zee- en landmacht, den generaal-majoor Pel, de
chefs van den geneeskundigen dienst (leden der commissie) en den
chef der genie, eene conferentie, welke mede werd bijgewoond door
den algemeenen secretaris en 's legerbevelhebbers adjudant, en welke
leidde tot het gouvernementsbesluit van 9 Juli 1875, No. 26,
waarbij o. a. werd goedgevonden en verstaan
Eerstel-ijk. Aan de commissie voornoemd de tevredenheid en den
dank der Pegeering te betuigen voor de loffelijke wijze, waarop zij
hare taak heeft volbracht.
Ten tweede. Den kommandant van het leger uit te noodigen, een
afschrift van het rapport in handen te stellen van den militairen en
civielen bevelhebber te Atjehmet aanbeveling omvoor zoover de
omstandigheden zulks toelaten en niet reeds voorzien is in hetgeen
door de commissie verlangd wordt tot bevordering van den gezondheids
toestand op de door haar gegeven wenken te letten en te doen letten.
Ten derde. Den kommandant van het leger al verder op te dra
gen, het noodige te verrichten tot het verbeteren van het transport
wezen te Atjehmet name tot het spoedig tot stand komen van een
spoorweg tusscheu Oleh-leh en den kratonen te dien einde zoo
spoedig mogelijk de quaestie tot eene beslissing te doen brengen,
in hoever de spoorwegbaau al dan niet belangrijk behoort te worden
opgehoogd.
Ten vierde. Den tolk voor de Chineesche taal W. P. Guoene-
veldt te belasten met eene zending naar China, tot het werven van
Chineesche arbeiders ten behoeve van het militair departement te
Atjeh, met uitnoodiging, zich ten spoedigste in aanraking te stel
len met den legerkommandantdoor wien hij van de noodige in-
structiën zal worden voorzien;
Ten vijfde. Te bepalen
dat in den kraton niet meer troepen zullen worden gelegerd