94
besluit, 't welk in hoofdzaak ten doel had om de voorsteilen der
commissie, voor zooveel nog noodig, te bekrachtigen. Van de po
gingen, die aangewend zijn om de werkkrachten in Atjeh te ver
meerderen is reeds boven melding gemaakt. Ter verbetering van
het transportwezen werden voorts, naar gelang de gelegenheid tot
stalling gereed kwam, pikolpaarden naar Atjeh overgebracht, waaT
in het eind van Maart 1876 ruim 150 dier lastdieren waren aange
komen. Daar een aantal verbeteringen, door de commissie aanbevo
len niet tot stand konden komen zonder krachtige medewerking
van de militaire genie, achtte de Gouverneur-Generaal het nuttig,
den chef van dat wapen naar hel oorlogstooneel af te vaardigenom
de bespoediging van den arbeid te bevorderen. Van 29 Juli tot
14 Augustus vertoefde de kolonel-ingenieur J. P. Ermeling te
Atjeh, waar hij tevens, ingevolge speciale opdracht van den leger-
kommandant, de ziekentransportschepeu SalctJc en Sincloro in
oogenschouw nam. In het bijzonder was zijne aandacht gevestigd op
hetgeen tot bespoediging van den spoorwegbouw kon worden gedaan
en op de verbeteringen, in de kazerneering te brengen. Den 7<Ien
Augustus hield hij eene conferentie met den opperbevelhebber, waar
in een aantal punten werden vastgesteld, die al aanstonds tot eene
spoedige uitvoering van het straks genoemde besluit van 9 Juli
1875, No. 26, moesten leiden In hoofdzaak werd overeengekomen:
dat aan den spoorwegdam aanvankelijk een minimaal-profiel zou wor
den gegeven, om dit later met behulp van het rollend materieel op
te hoogen; ter instandhouding eener voldoende afwatering zou een
deel van den lagunedam nabij Oleh-leh vervangen worden door eene
Deze beide vaartuigen waren ingehuurd 0111 speciaal te dienen ter evacuatie
van zieken. Over de Salalc waren bij het legerbestuur eenige klachten ingekomen,
waaromtrent kolonel Ermeling een bijzonder onderzoek instelde. Door hem werd be
vonden, dat vermeerdering van ballast in 't belang eener vaste ligging van het schip
bij de soms hooge zeeën in de Atjehsche wateren noodig was, en tot verbetering der
ventilatie tusschendeks het aantal patrijspoorten behoorde vermeerderd te worden. De
laatstbedoelde voorziening was bij de inrichting van het vaartuig tot ziekenschip ach
terwege gebleven, omdat de benoodigde materialen nog niet uit Europa waren ontvan
gen. In de maand September werden de verlangde verbeteringen te Batavia aange
bracht. De kolonel Ermeling liet zich overigens zeer gunstig over de ziekenschepen
uit: «met deze twee stoomers verklaarde hij is ongetwijfeld op uitmuntende
wijze voor het vervoer zelfs van zware zieken op lange trajecten gezorgd." Op het
eind van November had de Salalcin 9 reizen, 1041 zieken vervoerd; de Sindoro
in 11 reizen, 1170. Bovendien werden van Juni tot September per mailboot onge
veer 900 minder ernstig ongestelden naar Java en Padang overgebracht.