99 grootste deel ongenaakbaar is door moerassen en dicht riet. Op elk punt, waar een overtocht kan worden bewerkstelligd, is een Turksche vestingWiddin, ïfikopolisSistova Roestsjoek, Toertoekai, Silistria, Hirsowa, Matsjin, Isaktsji en Toeltsja. Beneden Pesth bestaat geen brug, en de bouw van een brug of van bruggen, in staat den overgang te verlee- nen aan een leger van 120,000 man met al zijn leeftocht en belegeringstreinen, toereikende om verscheidene groote ves tingen tot zwijgen te brengenis geen gemakkelijke taak. In den winter is zij onmooglijk, want onderstel de rivier bevroren, wat soms gebeurt, dan zou het uiterst gevaarlijk zijn, een leger op den rechteroever op te stellen zonder zekerheid van gemeenschap met zijn basis. Be neden Roestsjoek is er slechts één plek, aan den mond der Dembowicza tegenover Toertoekaiwaar de wal vast en droog, ofschoon vlak, is; maar Yon Moltke beweert, dat het zelfs hier ten eenemale onmooglijk zou geweest zijn, de bouwstoffen bijeen te brengen voor een brug van duizend passen lengte. Om deze redenen gingen de Rus sen in 1809 den Donau over bij Galatz en in 1828 bij Satoenovobeiden plaatsen nabij den mond van de rivier en wel met booten en pontons. Men moet bedenken dat in den veldtochten van 1828 en 1829 de Zwarte zee de werkelijke basis der Russische krijgsverrichtingen was. De Russische aanval van dien tijd, zeide Col. Mans- field, was een aanval uit zee. De hoofdstrijd lag in de werkzaamheid der vloot van Admiraal Greig, die het leger van proviand voorzag, magazijnen, belegeringstreinen en detachementen overbrachten zelfs een gewichtig punt op de kustSizepolibemachtigde. Deze hulpbron zoude tegenwoordig den Russen geheel ontbreken, en zoo de Turksche kanonneerbooten meester van de rivier waren, zou het niet gemakkelijk zijn, de gemeenschap met het leger, die levensvoorwaarde, open te houden. Graaf Yon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 105