Ill
Daarlatende, dat uit den aard der zaak, bij de groote
erkentelijkheid, die de Chefs terecht aan het Roode Kruis
bewijzen, in den regel geene aanmerkingen zullen wor
den gemaakt wanneer niet speciaal hunne meening om
trent de doelmatigste wijze van voorziening wordt ge
vraagd, moeten wij hier verklaren, dat tal van hoofd
en subalterne officieren, die evenzeer den arbeid van het
Roode Kruis te velde hadden gade geslagenvolkomen
met onze zienswijze instemden.
De dagbladen hebben deze destijds breedvoerig be
sproken en haar, over het algemeen, ook beaamd; som
mige redacteurs gingen in hunne beschouwingen zelfs nog
verder dan wij. Mag men de redacteurs eenigszins be
schouwen als de vertegenwoordigers van het publiek,
dan is onze gevolgtrekking voorzeker niet geheel onge
grond dat ook van die zijde onze inzichten door meer
deren worden gedeeld.
Te eerder komen wij thans tot die gevolgtrekking, na
kennisneming van hot nu verschenen verslagwaarin
zeer belangrijke beschouwingen voorkomen van den Of
ficier van Administratie 1° klasse W. Yogelgedelegeerde te
Atjeh voor de Marine, betreffende de beste toepassing van
de beginselen van het Roode Kruis ten aanzien der matrozen.
Het denkbeeld van de Heer Yogel om natuurlijk met
uitzondering van versnaperingen en verfrisschende dran
ken, die speciaal voor zieken bestemd zijn alle ver
strekkingen te doen betalenis geheel in overeenstemming
met hetgeen wij ten vorigen jare omtrent de landmacht
schreven. Daarmede zouden ook de gezonden in hooge
mate gebaat zijn, terwijl eene gratis-verstrekking van ta
bak, sigaren, enz. aan enkelen, te midden van anderen
levende, licht aanleiding geeft tot knoeierijen onderling
(zooals de ondervinding in het hospitaal te Weltevreden
mede heeft aangetoond, en, zoo wij juist zijn ingelicht,