123 Nadat de Ilussen van 17 tot 25 October talrijke ver sterkingen hadden ontvangen, besloot vorst Menchikoff, de verbondenen in den rug aan te vallen, en leverde In] hun slag bij Balaclava. De Turken togen op do vluchttwee redoutesal het materiëel van hun kamp elf vuurmonden eu zestig caissons met patronen vielen den Russen in handen. Zonder de Engelsche troepen, die zich met hunne gewone dapperheid gedroegenware het verlies veel grooter geweest. Yan 26 October tot 4 November waren de aauvals- werken snel vooruitgegaan, zoodat vorst Menchikoff op nieuw een aanval meende te moeten wagen. De slag van Inkermann, die den 5eu November hierop volgde, was den Russen niet gunstig. Ditmaal was hun aanval tegen de Engelscken gericht; dezen hielden dapper stand, maar daar zij minder in getal waren, kwamen de Fran se-hen hun ter hulp om den vijand te verjagen en mees ter van het terrein te blijven. De Russen hadden 295 officieren en 11,664 manschappen verloren, de verbon denen 274 officieren en 4,109 man. Deze laatste cijfers bewijzen wel, dat de Engelsche en Fransche officieren zich in den strijd niet gespaard hadden. De generaal Todleben wijt den ondervonden tegenspoed aan de moeilijkheden, voortspruitende uit de terreins- gesteldheid, en aan de slechtere bewapening. Deze onstandighedeu waren echter vóór den slag bekend, en het schijnt wel, dat vorst Menchikoff en de Russische generale staf daarmede niet voldoende rekening hebben gehouden. Om volledig te zijn, had de schrijver er nog behooren bij te voegen, dat de Russische troepen, die aan den slag van Inkermann deel namen, pas te Sebas- topol waren aangekomen en nog niets te lijden hadden gehad, terwijl de troepen der verbonden mogendheden reeds ernstige gevechten en zware vermoeienissen hadden

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 129