126 werden en tusschen rotsbanken waren ingesloten, terwijl de Franschen, verplicht om te werken in een terrein, waarvan de grond losgewerkt was door inijnovens en uit aarde en rots bestond, groote moeilijkheden hadden te overwinnen. Men staat evenzeer verbaasd van het gering cijfer der verliezen, welke de Russen in den mijnoorlog aan de Franschen gedurende het geheele beleg toebrachten; dit cijfer bedroeg niet meer dan 243 man. Toch veroor zaakten de mijnen, op zich-zelven zoo weinig moorddadig, een werlceljjken schrik onder de troepen, zooals meer dan eens kon worden opgemerkt. Rog moet er de aandacht op gevestigd worden, dat de Engelschen en Franschen herhaaldelijk een groot aantal vuurpijlen in de stad wierpen 0111 brand te stichten, doch zonder belangrijk gevolg. Even weinig uitwerking had den, in 1859, de vuurpijlen, waarvan de Oostenrijkers in den oorlog in Italië gebruik maakten. Den 10en December werd de generaal Osten-Sacken benoemd tot bevelhebber van het garnizoen van Sebas- topol. Dadelijk 11a zijne optreding voerde hij een aantal nuttige hervormingen in, zoowel voor de verbetering van den toestand van het garnizoen als ter erlanging van meer orde bij alle dienstverrichtingen. Zoo verbood hij, b. v., de gewouden gedurende een gevecht op te nemen, opdat niemand een voorwendsel zou hebben om vóór het einde van den strijd de gelederen te verlaten. De generaal Mei, door den Keizer met eene zending- naar het tooneel van den oorlog belast, kwam den 27en Januari 1855 te Kamiesch aan; onder zijn invloed besloten de aanvoerders van de verbonden legers, den 2en Februari, dat de hoofdaanval van af dien dag zou worden gericht tegen de stelling van den Malakofif, omdat deze positie de geheele voorstad lvarabelnaya beheerschte, en men van daar de aanliggende borstweringen in den rug kon

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 132