129 eontre-appi'ocheszij werden teruggeslagendoch bemach tigden deze werken op den lsten Mei. Om zich een nauw keurig denkbeeld te vormen van de hevigheid van den strijd in het tijdperk dat wij thans behandelenmoet men daarvan het verhaal lezen in het werk, waarvan wij hier een overzicht trachten te gevenen in de Fransche en Eugelsehe rapporten. Den 6(len Juni werd een geweldig vuur gericht tegen den Russischen linkervleugel en vooral tegen de lunet Kamtchatka; deze werken werden volkomen vernield. Dit derde bombardement stelde do verbondenen in de gelegenheidde contre-approches voor het bastion Ma- lakoff en het Kalfater-plateau te nemen. Dit belangrijk succes kostte hun 6247 mande Russen hadden circa 5000 man buiten gevecht. De strijd werd met afwisse lend geluk voortgezet tot den 17llen Juni, toen een vier de bombardement plaats had; men ging daarop over tot den aanval op den linkervleugel der Russische stelling doch zonder gevolg. De verliezen waren dezen bloedigen dag: bij de aanvallers 6500, bij de verdedigers 5446 man; de generaal-majoor Todleben werd licht aan het hoofd gewond. De tegenspoed der verbondenen is toegeschreven ge worden aan het gemis aan eenheid bij den aanval, maar de generaal Todleben maakt deswege de volgende op merkingen: „Wanneer men in aanmerking neemt, dat van onze zijde alle maatregelen waren genomen om den aanval af te slaandat de belangrijke punten sterk bezet waren; dat de bewapening der vesting door veldgeschut was versterkt; dat alle toegangen door schrootvuur wer den schoongeveegddan zal men moeten toegevendat de Franschen onder alle omstandigheden slechts een ge ringe leans van slagen hadden, en zulks nog te eer, omdat de aanvallers een belangrijken afstand hadden te O O

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1877 | | pagina 135